Het wezen van de poëzie laat zich
moeilijk vangen. Tussen het hermetische ingeklonken vers en het prozagedicht
bevinden zich vele mogelijkheden. Zelfs
een onversneden prozafragment kan zuivere poëzie belichamen. Het enige dat
houvast biedt is de factor kwaliteit in combinatie met een waarachtige lyrische
inslag. Elvis Peeters is een gelauwerd schrijver die volgens zijn biografie
niet alleen uit zichzelf bestaat maar die met Nicole Van Bael een duo vormt.
Dat geldt voor drama en proza. Poëzie beoefent hij alleen. Zijn nieuwe bundel Nu voldoet niet aan het hierboven
genoemde criterium (ik beken, het is uit eigen keuken). Peeters rekt in Nu prozateksten uit. Die lijken dan
gedichten.
De auteur rekt niet alleen uit,
hij herhaalt ook gaarne. Hij is een man van het procedé. Tijd // Zijn we ongelukkig? / We zijn niet ongelukkig. / Zijn we blij?
/ We zijn niet blij. / Hebben we redenen tot klagen? / We hebben redenen tot
klagen. / Klagen we? / We klagen niet. Is dit poëzie? Nee, dit is geen
poëzie. De bundel is doorspekt met dit soort praterig staccato geneuzel. Onder de regen // Het regent, ik kom onder
het afdak waar jij staat. / Ik kijk naar de regen, jij kijkt naar de regen, ik
kijk / hoe jij naar de regen kijkt. / Ik kijk of ik jou door de regen kan zien,
(…)
Behalve veel gemakzuchtig geflans
vinden we in dit 23e deel van de reeks ‘Eigentijdse Poëzie’ nogal
gratuite verwijzingen. Bijvoorbeeld naar oorlog (Donetsk) en honger (op
televisie). Er loopt kennelijk een dunne scheidslijn tussen ‘eigentijdse
poëzie’ en tegeltjeswijsheid.
Te vroeg // Ik ben wie ik ben, niet
/ wie ik was, ik word wie / ik
zal zijn. Dat is voor / straks, nu is het te laat. // Dat geldt ook voor jou.
// Laten we morgen / doen alsof alles zich / vandaag afspeelt. Dan / slaan we
deze dag over / voor het opnieuw te laat is.
Tjonge…
De lengte van de gedichten in Nu valt op. Er zijn verzen die meerdere
pagina’s beslaan. En dat meer niet altijd beter is, wordt pijnlijk duidelijk.
Met hulp van de herhaalmachine waaiert een gedicht als Ballet onbelemmerd uit. (…)
Boven de libellen dansen twee zwaluwen. / In scheervlucht op en onder elkaar. /
Kwetterend, kwetterend. / Witte buik, zwarte mantel, gegaffelde staart. / Ze
duiken naar het water. / Als kleine bommenwerpers. / Plots, plots. Plofjes in
het water, golfjes. / Kringen, deining. / De kringen dansen in het water. / Het
water deint in kringen. / Spiegeling, weerspiegeling. / Twee zwaluwen dansen in
de lucht op het water. (…)
Zo wordt deze door Voetnoot goed
vormgegeven bundel helaas een oninteressante leeservaring. De prikkelende titel
Nu doet veel vermoeden. Het lijkt
een aankondiging van iets verrassends. De omslag knalt je prettig brutaal in
het gezicht. Helaas pindakaas. Na Nu komt eigenlijk niks. De
nadrukkelijk vermelde redacteur Andrea Voigt blijft in gebreke.
Nu, Elvis
Peeters, Uitgeverij Voetnoot, Antwerpen, 2015, ISBN 978-94-91738-18-0
(Erick Kila)