Een zacht verlangen, altijd wel met
een beetje pijn erin, naar vroeger. Dat klinkt in het oeuvre van Marijke van
Hooff (° Haarlem, 1944) immer door. Zij debuteerde in 1984 met de dichtbundel Een huid van regen (Wat een prachtige
titel toch). Sindsdien verschenen van haar hand vele poëzie- en prozatitels.
Nu is er Zij die mij bewoont. De titel duikt op in het gedicht Zeventig: ik koop een bloemetjesjurk / voor als ik zeventig word / dat duurt nog
even maar / wat vrolijk toont kan men / beter tijdig in huis halen // misschien
ben je al dood / zegt zij die mij bewoont / dan kun je fleurig opgebaard / je
kist in of een rieten mand / of rechtop in een vaas / als vrolijk bebrilde
bloem / vlak voor je wordt verbrand [….].
Veel herinneringen aan haar
jeugd. Mooie bespiegelingen ook bij nieuwe jeugd (die van Saartje bijvoorbeeld:
met de zekerheid van de driejarige /
neemt ze het blauwe, haar neusje / dwingt tot schuifgebaar omhoog / ze oogt als
een kleine kamergeleerde (uit brilletje),
en aardig wat reflecties over België (Berchem, de Marollen en Middelheim
bijvoorbeeld). Het mooist vind ik vannacht
kwam moeder: vannacht kwam moeder /
ze zei dat een scheiding / in het midden mij niet stond [….]. Mooi slot,
als ze haar vraagt nog wat te blijven: ze
ging / gewoon weer terug naar waar vandaan / ik vroeg hoe is het daar en of het
wende // het maakt niet uit, zei ze, hoe vroeg je daar / ook komt, het wordt er
nooit meer later.
Beslist charmant is ook de cd Verblijf met vrienden – Over leven, liefde
en een vleugje weemoed, die bij Zij
die mij bewoont hoort. Het was een van Van Hooffs dromen om ooit een album
te maken met liedjes waarvoor zij de teksten schreef, want ‘dichten doe je
alleen, muziek maken met anderen’. 12 liedjes die ze dan (met het a capellakoor
Chestnut, dan weer met het ensemble Viaggio) ook nog eens zelf mee zingt. Rinie
van der Leer en Piet van Tienen zetten respectievelijk 2 en 10 van Van Hooffs
teksten op muziek. Liedjes als Zondagmorgen
en Saartjes eerste lach doen me
qua toonzetting denken aan vroege radiojaren, aan de eerste jaren van het
Eurovisie Songfestival. Verheugend vind ik er alleszins aan dat de slot-n er
nog hoorbaar in is. Die hoor je in het hedendaagse Nederlands immers bijna niet
meer. Marijke van Hooff doet ook hier, met muzikale collegae weliswaar, haar
eigen ding. Als zangeres, maar zeker ook als dichter. Regelmatig hoor je hier
mooie poëtische regels als Ik zal
voorzichtige gedachten hebben en alles langzaam doen. (uit Klein eiland) of Op al mijn reizen ga je met me mee, want uit mijn hoofd kun je niet
vluchten. (uit Ik zie je in de
spiegel van de zee).
Met plezier gelezen, met genoegen
beluisterd.
Zij die mij bewoont, Marijke van Hooff, Uitgeverij Kievenaar & Vijn,
Heveadorp, 2014
(Bert Bevers)