"God is een dichter"


Ludo Noens publiceerde aanvankelijk literaire fantastiek (verhalen en novellen). Later zou hij vastgesteld hebben dat er eigenlijk niets fantastischer en raadselachtiger is dan de wereld en het leven zélf en dus schakelde hij grotendeels over naar wat fantastisch realisme wordt genoemd. Ondertussen verschenen van hem al een tiental werken in dit genre (waarvan één ook in een Franse en één in een Engelse vertaling).

Zo schreef Noens eerder over de paranormale eigenheden van marginale personages uit de esoterische traditie, maar ook uit de academische wereld.

Als adolescent frequenteerde hij een tijdje theosofische kringen in Antwerpen en hij verdiepte zich in de werken van onder andere de Russische esoterici H.P. Blavatsky en P.D. Ouspensky. Ook de oud-Indische en boeddhistische metafysica hebben blijkbaar grote indruk op hem gemaakt.

In zijn nieuwste boek Als in een wazige spiegel neemt Ludo Noens ons mee in zijn zoektocht naar de basis van wat wij de realiteit noemen. Samen met een stijgend aantal theoretische fysici bevroedt hij dat de fundamentele bouwstenen van onze ‘werkelijkheid’ niet van fysische, maar van mentale aard zijn. De waarnemingen in de deeltjesfysica gaan in ieder geval die richting uit, zoals zelfs Max Planck, grondlegger van de kwantummechanica, ooit verklaarde: De kracht die actief is in het atoom is afkomstig van een bewuste, intelligente geest. Geest is de ultieme bron van materie.

In zijn boek heeft Noens het eerst over de huidige wetenschappelijke inzichten aangaande het ontstaan van het heelal. Over de Big Bang en over Albert Einstein, en de begrippen zwaartekracht en ruimtetijdkromming. Blijkt dan verder dat Einstein niet enkel een hard-boiled wetenschapper was, maar wellicht óók de geschriften van Blavatsky had gelezen. De ontwerper van de fameuze Relativiteitstheorie schreef hoe dan ook het voorwoord bij het boek Mental Radio van Upton Sinclair over telepathie en (zoals de Nederlandse professor Westerse Esoterie Alexandra Nagel aantoonde) liet hij zijn handen ‘lezen’ en had hij contact met helderzienden!

Esoterici verzekerden overigens al eind 19de eeuw dat de zwaartekracht géén fundamentele natuurkracht is, en dat brengt ons bij het opmerkelijk hoofdstuk over levitatie. De heilige Josef van Copertino was één van de eerste goed gedocumenteerde personen die (aanvankelijk tot zijn schaamte) bijwijlen lichamelijk de wetten van die zwaartekracht tartte, maar er zijn, zo lezen wij hier, ontelbare getuigenissen over leviterende personages, en niet enkel in een katholieke context. Ook zekere Tibetaanse yogi’s gingen bijwijlen spontaan aan het vliegen of verkregen psychokinetische krachten in hun doorgedreven mentale zoektocht naar het nirvana.

Wat (mathematicus!) Ouspensky betreft, die schreef dat de artistieke inspiratie (kunst in haar hoogste verschijningsvorm) doelmatiger was dan rationele natuurwetenschap om tot kennis te komen aangaande finale waarheden. Het is trouwens die zogenaamde ontopoëtische intuitie die de Amerikaanse schrijver Edgar Allan Poe al in 1848 ertoe dreef in zijn diepgaande prose poem Eureka! het ontstaan van het heelal met de Big Bang te beschrijven. Welnu, zo lees ik hier verder, diezelfde Edgar Poe – hoewel eveneens goed onderlegd in de mathematica – trok uit de specifieke aard van de realiteit finaal ook de conclusie dat de Schepper-God geen soort ingenieur is, maar… een dichter!


Als in een wazige spiegel. Twijfels bij een ontspoord wereldbeeld, Ludo Noens, Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2025, ISBN 9 789464 873658

(Anouk Kallen)