De oksel van de geliefde


Ricardo Anemaet, geboren te Santiago de Chili, was in een vorig leven danser en tevens actief als choreograaf, theaterauteur, regisseur, dramaturg en scenograaf voor diverse theatergezelschappen. Hij woonde op Curaçao en na omzwervingen in Nederland, Duitsland en Engeland vestigde hij zich op Zurenborg te Antwerpen. Uit het gedicht Thuis: Ik kom nergens vandaan/ ben van een schip gevallen/ op een koude kade. (…) De routebeschrijving/ heb ik weggekrast/overal kan ik leven/ nooit kom ik thuis. 

In 2018 debuteerde hij als dichter met de bundel 33 gedichten. Ook zijn tweede bundel, Straks zal ik de oksel van mijn geliefde kussen, is een uitgave in eigen beheer. De titel springt duidelijk in het oog op de cover van de hand van Gie Claes.

De dichter leeft met zijn Ongedaan verleden: Als we ons verleden ongedaan maken/ de melancholie bijzetten in een zelfgebouwd mausoleum/ de archeologie uit onze gedichten wegkrabben/ antiquiteiten en ruïnes afschaffen/ onze agenda’s en horlogers voorgoed begraven/ wie mag er dan nog blijven. In De laatste tijd… lezen we: Elk moment herbegint en onthoudt de dingen/ voorvallen van de dagen die achter mij liggen/ rangschikken zich in een onbruikbare orde/ herinneringen en gedachten als helemaal nieuw.

Uit het aangrijpende gedicht De krant van zaterdag (Jongens van ver brengen de kranten van de ochtend) spreekt het engagement van de dichter: (…) Deze onzichtbare voorbijrijdende horde wacht/ een wanhopig leven voor een armetierig loon/ ze kloppen aan de versierde deuren van ons mededogen/ hun afkomst is ijl als de ochtend die ze bevoorraden/ speelt zich af tussen zweetplek en leeg conserven blik. (…) hun apocalyps ligt verscholen tussen het nieuws van de dag/ waar wij ons terugtrekken in de warmte van elkaar/ wacht voor hen het gepiep van een leeg bericht.

Teveel ander fraais in deze bundel om er in dit korte bestek uit te citeren: Begraafplaats voor vrienden, St. Vincentius, Zeenacht geworpen, Zwart lichaam, Vijf sterren, liefdesgedichten als Wat we vieren, om er maar enkele te noemen - én de gedichten gewijd aan zijn ouders. Hierbij het moedergedicht:

Moeder// Ik heb je nooit begrepen/ achter een lachje verschool/ jouw dier zich in het struikgewas/ met ogen treuriger dan lood.// Voortvluchtig en ongrijpbaar/ bleef je verleden gesloten/ een gesnoerde keel werd je huis.// Alleen die blik liet soms/ een ogenblik zien wie je was.

Geen 33, maar 44 gedichten deze keer. Anemaet is sterk en overtuigend, zowel in zijn korte gedichten Alles, Lakens, Levend en Mogelijk (vijf- en zesregelig) als in een stevig uitgebouwd, wat barok aandoend, twee pagina’s vullend gedicht als Geheugensporen. Enig hermetisme is hem vreemd en het sterk verhalend karakter van zijn poëzie is overduidelijk.

Een heel leven wil ik jagen op schoonheid lezen we in het gedicht Complete toestand. Als dat in de toekomst leidt tot even knap werk, dan wensen we Ricardo Anemaet nog succesvolle jachtseizoenen toe.

Straks zal ik de oksel van mijn geliefde kussen, Ricardo Anemaet, eigen beheer, ricordoanemaet@hotmail.com, 2021, ISBN 978 94 64 18404 4

(Roger Nupie)