Henk van Zuiden heeft een groot aantal
bloemlezingen op zijn naam staan. Daarnaast publiceerde hij dertien
dichtbundels. Afgelopen najaar verscheen Ik kom uit Aleppo. Recent werd
het tweede honderdtal uitgebracht, met de hand genummerd en gesigneerd. Zoals
we van deze uitgever gewend zijn is de bundel met toewijding en vakmanschap
bezorgd. Het boekje heeft een exquis karakter, onder andere door het smalle
formaat, de doorzichtige omslag, de fleurig geïllustreerde kaft en de druk op
gevergeerd papier. Van blauw geletterde teksten en rode kopjes moet je houden.
Henk van Zuiden heeft een groot warm hart voor mensen in nood. Hij is betrokken bij het vluchtelingenwerk en ontwikkelde een nauwe vriendschap met een Syriër uit Aleppo. Hij bood hem onderdak in zijn eigen woning. Hij was aanwezig bij internetcontacten tussen de man, vader van vijf kinderen, en zijn gezin. Hij ondersteunde zijn pogingen om ze naar Nederland te halen. Uiteindelijk leidde dit tot hereniging. Daarna bleven Henk en zijn gelijknamige partner contact met het gezin onderhouden. Om verwarring te voorkomen adopteerde hij de naam Yusuf. De bundel bevat vijfentwintig korte teksten waarin de dichter zich verplaatst in de belevingswereld van de kinderen. Zij volgen een chronologie vanaf de benarde situatie van het gezin in Aleppo (Het is oorlog), via de intercontinentale contacten met vader (Papa belt wel, papa belt niet…), het heugelijke nieuws (We mogen naar papa toe!), de spannende uittocht (Een lange taxirit), de hereniging (Eindelijk samen!) tot de gewenning en integratie (Cake zonder honing). Zes persoonlijke gedichten voor elk van mijn dierbare Syrische vrienden sluiten de bundel af.
De dichter noemt zijn werk prozaïsche poëzie. Bij mij komen de teksten vooral over als proza met hier en daar een poëtische toets. Je zou kunnen zeggen dat ze een betrokkenheid ademen die bij tijd en wijle een korte poëtische vlucht neemt. Wij wonen in de mooiste stad van Nederland! Niet alleen omdat we dicht bij de zee wonen waar de golven steeds weer nieuwe verhalen aan land brengen. (Residentie)
De dichter is meer dan slechts een spreekbuis van de kinderlijke belevingswereld. Hij laat eigen emoties doorklinken, verbazing, verontwaardiging, afschuw, medelijden. Of voorziet de verhalen van volwassen interpretaties. Zo wordt volledige identificatie met de kinderen verhinderd, terwijl je je in ruil wel meer met de dichter identificeert. Het procedé zou er evengoed toe kunnen leiden dat je als lezer distantie neemt, maar dat overkwam mij zelden.
De op één na laatste tekst is een staaltje mooie onverbloemde poëzie.
Waar zij verschijnt waaien talrijke
rozenblaadjes, haar spraak heeft de kleur van jong dadelblad, haar genegenheid
bestrijkt een Alpenwei vol krokussen. Plavei haar paden met driekleurige
violen, vraag de nachtegaal in de duinen voor haar te zingen, neem alle
brandnetels voor haar voeten weg, maai bereklauwen, spaar elk
lieveheersbeestje, leg je mantel over een plas. Als zij passeert maak
buiginkje, groet sterk, niet broos: opdat zij zal stralen als de schoonste
Aleppo-roos.
(Voor Noura).\
Ik kom uit Aleppo, Henk van Zuiden, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom 2019, ISBN/EAN 978-90-76644-96-7
(Will van Broekhoven)