Droomballonnen blijven leeg


Thematisch lijkt deze tweede bundel van Jana Arns (Nergens in het bijzonder) in het verlengde van haar verrassend en succesvol debuut Status: het is ingewikkeld (2016) te liggen. Dit keer geen foto’s (op de kaft na), wel meer tekst. Het openingsgedicht Het huwelijk geeft aan waarover het op het anekdotische niveau in deze gedichten gaat: het relationele spanningsveld binnenin een particulier gegeven - het gezin, de verhouding tussen man en vrouw, de moederrol, de ouder wordende ouders en zelfs de dementerende ouders die zich mentaal langzaam ‘nergens in het bijzonder’ aan het terugtrekken zijn. In zekere zin krijg je als lezer een scherpe inkijk op hoe het er in een hedendaags gezin (uit het middenveld) aan toe gaat. Vooral vanuit een moederperspectief. Onderhuids laat een zekere ontevredenheid met die opgedrongen moederrol zich voelen.

Moeders zijn als taxi’s:
Altijd gehaast met koffie in file.

Ze spreken in agenda.
Zitten altijd overvol:
de kinderen, yoga, bekkenbodemspieren

Dat particuliere territorium wordt even verlaten in de uit twee gedichten bestaande cyclus Hier blijf je jong tot je sterft waarin het gezinsgegeven op indringende wijze naar een oorlogsgebied wordt getransponeerd. 

Vader plooit speelgoed uit prikkeldraad.

Die anekdotiek is buitenkant. Binnenskamers vinden we in de kern van deze gedichten existentiële kwetsuren terug. Ze gaan over het onvoltooide en het onvervulde. De breuklijnen die zich in het dagelijks leven voordoen en waartegen geen ‘homeopathie’ of illusie bestand is. De dichotomie tussen droom en werkelijkheid (droomballonen blijven leeg), de insomnia (die met geen ‘strip met pillen’ is te omzeilen) de dreigende, neerwaartse spiraal van de entropie. Ergens willen zijn en zich nergens thuis voelen. De vervreemding. Het ongerepte verlangen dat door de routine van de weekdagen wordt aangetast en dat het samenleven in een huis (het huis en zijn woordveld is een terugkerend motief) conflictueus maakt.

De kamer in ons hoofd

verhuurt ons niets dan dit:
nergens staan wij samen op,
gaan wij samen slapen.

Dit is een poëzie van de ontnuchtering. Zeker. Maar Arns (en dit is haar kracht en de kracht van haar poëzie) zoekt niet naar een hard-assertieve maar naar een kwetsbare, zelfs quasi ingetogen verwoording voor die gegevens. Haar schriftuur is subtiel en sensitief, op zoek naar een empathische lezer. Het afsluitend gedicht brengt dan toch iets zonnigs, een mogelijkheid tot verwondering in deze interessante bundel aan.

Nergens in het bijzonder

We dekken de tafel als
nabootsing van een verleden tijd:

kruimels op onze kamerjas,
een krant met enkel goed nieuws.
De dag, kraakvers en zonder bijlagen.

Straks wandelen we in huis.
We zullen een kamer uitkiezen
en ons verwonderen dat ze

er alweer anders uitziet.
Misschien halen we nog eens een foto
van onder het stof

en misschien
als we de lakens omslaan,
lezen we een happy end.

Nergens in het bijzonder, Jana Arns, Uitgeverij P, Leuven, 2018, ISBN 978-94-92339-51-5

(Alain Delmotte)