Ton van ’t Hof was
ons bekend van Mijn poëzie
(Uitgeverij Stanza, 2014), waarbij hij een procedé volgde van de Canadese
dichter David Bromige (1933-2009). Als uitgangspunt selecteerden beide heren
fragmenten uit recensies van hun werk en voegden die samen tot een nieuwe
tekst. Het resultaat was een essay, waarin Ton van ’t Hof zijn poëzie
analyseert en situeert.
Mijn
poëzie
is ook opgenomen in Dichter & andere
dingen, een bundel met nieuwe gedichten en een keuze uit eerder werk. Dit
is trouwens reeds de tweede verzamelbundel. Eerder al werden Van ’t Hofs eerste
drie bundels gebundeld in Ergens wordt
lankmoedig geschoten (UniBook, 2009).
Van ’t Hofs
stuurde de eerste Nederlandstalige flarfbundel de wereld in: Je komt er
wel bovenop (2007), gedichten waarin zoekresultaten van het internet zijn
verwerkt. De dichter heeft flink geëxperimenteerd met deze vorm van readymade
of collage. Het gedicht Kamer,
waarvan in deze bundel slechts een fragment is opgenomen van de oorspronkelijke
tekst uit Aan een ster / she argued
(2009), is een doorlopende aaneenschakeling van alle teksten die hij, als
beroepsmilitair enkele maanden uitgezonden naar Afghanistan, in zijn kamer
tegenkwam en woord voor woord overschreef.
Niet minder
confronterend is Archieflichamen,
een litanie voor de doden van koloniaal geweld. Frank
Keizer in zijn inleiding (Een taal van Nederland): In het bestaande archief (…) liggen winnaars
en verliezers zij aan zij. Maar is er ook een vorm van herinneren, van bewaren
mogelijk die de geschiedenis van het verdrukte en verpletterende kan vertellen?
/ Voor Van ’t Hof is de dichter de archivaris die steeds weer het licht
aanknipt om iets wat in de schaduw lag opnieuw, of voor het eerst, te laten
schitteren. En wij zijn getuige.
In Aan een ster / she argued is een
keerpunt merkbaar. Frank Keizer: (…) in
de tweede afdeling komt een meer zoekende, existentiële lyriek naar voren, en
die blijft sterk aanwezig in het latere werk. De dichter gaat op zoek naar een
zuiverder spreken, naar echtheid, al die zaken die voor flarf belachelijk waren
geworden.
Dat levert in Dichter & andere dingen naast
taalexperimenten met als centraal uitgangspunt de vraag hoe je beschikbare taal
kan hergebruiken wat “traditionelere” poëzie op en die is beslist niet minder
interessant.
Hierbij het zesde
gedicht uit de cyclus Dichter &
andere dingen:
Radicaal
zijn,
is
doordringend zijn,
tot
de kern van de zaak,
dichter,
nieuwe taal
die
zo oud is als de dichtkunst zelve
en
naar nieuwe betekenissen graait, hevige overloop
die
tot de lippen van de status quo dreigt te komen,
dichter,
dichter
& andere dingen, monstrueuze schikkingen
die
uit zijn op onstuimig effectbejag, dichter,
dichter,
zo wild als onze planeet is.
Laat Van ’t Hof
maar naar nieuwe betekenissen en bekentenissen graaien. We zijn er graag
getuige van. Poëzie is niet zozeer een
kwestie van diepzinnigheid / als wel een ervaring van een andere orde.
Dichter
& andere dingen,
Ton van ’t Hof, Uitgeverij Stanza, Leeuwarden, 2017, ISBN 978-94-90401-35-1
(Roger
Nupie)