Samen met Hugo
Claus is Mark Meekers de meest bekroonde Vlaamse dichter vermeldt de
flaptekst van deze bundel waar schilder Marc Chagall de inspiratiebron voor
vormt.
Maar
er is meer: weinig dichters hebben wellicht zo vaak een bundel gewijd aan
beeldende kunstenaars als Mark Meekers: Vincent Van Gogh (Een schot in de zon, 1990), Camille Claudel (Camille, een steenworp in de tijd, 1992), Rembrandt (Feesten van Licht, 1999), Paul Gauguin
(Paradijskoorts, 2002), Constantin
Meunier (de tweetalige bundel Een adem
van brons / Un souffle d’airain,
vertaling: Bernard de Coen, 2005), Eugeen van Mieghem (Orpheus in de haven, 2006) en Félicien Rops (Ropsiennes, 2009). En alsof dat nog niet genoeg is: er zijn ook nog
losse gedichten over Claude Monet, Pierre Bonnard en Arcimboldo. Wellicht wordt
Meekers’ grote belangstelling voor beeldende kunstenaars mede verklaard doordat
hij zelf actief is als schilder (onder zijn echte naam Marcel Rademakers).
Het
kleurrijke, sterk symbolisch werk van Marc Chagall baadt in een dromerige
sfeer. Thematisch combineerde deze Franse kunstschilder van Joods-Wit-Russische
afkomst elementen uit onder meer de Russische
volkskunst en het volksleven met jeugdherinneringen, die hij met stijlelementen
uit het fauvisme, expressionisme en kubisme verwerkte tot een heel eigen en
meteen herkenbaar palet.
Bodemloos blauw is een ambitieus
project. Mark Meekers belicht zowel leven als werk van Chagall in deze bundel
van maar liefst 86 gedichten van elk vier kwatrijnen, geordend volgens negen
fases uit het leven van de kunstenaar, aangevuld met een nawoord, Met het licht als leidraad: “De
belangrijkste feiten uit Chagalls leven en vooral de gedachten, emoties en
stemmingen die hij in zijn werk legt, boeien mij.”
Het
geheel wordt voorafgegaan door twee gedichten, waarvan we het eerste, Levenslijn citeren:
leven op enkele
vierkante meter linnen
waar enkel het oog
kan wonen: steekspel
van vermiljoen,
daverende kleurengekte
van een danstent,
strooiweide voor her-
inneringen.
sneeuwballen uit een kinder-
hand die jaren
later doel treffen, het blauwe
fluisteren van de
schaduwen, verbeelding
verdoekt, een
zonnekoning tussen loden
tubes en bijtend
terpentijn om materie te
verdunnen, eigeel
met gloei op de wangen,
parlevinkende
tussentinten, blanc d’argent
voor de sterren,
zijn tafelzilver, verf in een
vrolijke bui.
kleurvast, in het oog van het licht,
nooit één lijn
getrokken die zwart ziet van
een leugen,
ongehoord wat hij ziet, ongezien
wat hij hoort: handlezer
van het ontastbare.
“Liefde
voor mens, dier, schoonheid leidde zijn leven en zijn schilderhand. De dichter
laat zich door deze uitgestoken hand leiden. De ontmoeting met Chagall was voor
hem een feest. Kijkers en lezers zijn er van harte op uitgenodigd.” Tot zover
de dichter zelf.
Uit
Salto vitale, het laatste gedicht:
hij gaf schoonheid
een nieuwe tong, zalfde
met verbazing,
sloeg met verwondering.
genoeg tinten
gecharmeerd, dwaalsterren
de weg gewezen,
horizonten overgestoken.
Wie
wil afdalen in de poëtische vertolking van leven en werk van Marc Chagall is
met Bodemboos blauw van Mark Meekers
aan het juiste adres.
Bodemboos blauw, Mark Meekers,
Uitgeverij P, Leuven, 2016, ISBN 978 94 92 33916 4
(Roger Nupie)