De vijf Patrick Melrose romans
van Edward St Aubyn vormen een familiesaga, gesitueerd in de kringen van de
Britse upper class, met als hoofdmoot de vernedering en het - ook seksueel -
misbruik van het hoofdpersonage, Patrick Melrose, en hoe hij uiteindelijk, na
jaren van druggebruik, min of meer in het reine komt met zijn verleden en
vooral met het leed dat zijn vader hem heeft aangedaan.
Laat maar situeert zich in een landhuis in de Provence. We maken
kennis met zijn aan alcohol verslaafde moeder Eleanor, afstammelinge van een
rijk Amerikaans geslacht, en zijn vader David, een dokter met enig muzikaal
talent maar vooral een sadistische geest: hij mishandelt en verkracht zijn
vijfjarig zoontje Patrick tijdens een feestje met vrienden.
Patricks trauma leidt tot een
drugverslaving. In Slecht nieuws
haalt hij als twintiger de as van zijn overleden vader op en wordt de lezer
meegesleurd in een hallucinante tocht doorheen New York. Zijn drang naar
heroïne en cocaïne voert ons van de meest chique naar de meest marginale
drugsscene.
In Wat heet hoop lijkt Patrick, inmiddels een dertiger, aan de
beterhand. Hij biecht zijn jeugdtrauma op aan een vriend en op satirische wijze
analyseert hij de beau monde waar hij willens nillens toe behoort.
Oorspronkelijk zou Edward St
Aubyn het op drie romans over het wel en wee van Patrick Melrose houden, maar
later breidde hij de trilogie uit met nog twee delen: Moedermelk en Eindelijk.
In Moedermelk, genomineerd voor de Booker Prize shortlist (2006) en
een jaar later bekroond met de Prix Femina Étranger in Frankrijk, wordt een
portret van Patrick geschetst als huisvader die zijn seksuele pleziertjes
buitenhuis zoekt. Zijn moeder is intussen dement en overweegt het
familievermogen weg te schenken. Hij staat haar bij in haar verzoek tot
euthanasie. In het vijfde boek, Eindelijk,
is Patricks moeder overleden.
Wat maakt deze Patrick Melrose
bundeling nu zo bijzonder? Niet het feit dat het grotendeels op
autobiografische feiten is gebaseerd, maar dat de auteur de wanhoop, de haat,
het doodsverlangen en de zelfdestructieve neigingen van het hoofdpersonage
gedetailleerd in de maag van de lezer splitst en hem messcherp ontleedt in een
aaneenschakeling van verhalen die nergens naar sensatie neigen. Dat hij ons dit
aanbiedt in een prachtige taal, doorspekt met spitsvondige geestigheden. Dat
hij Patrick, op het breekpunt van betrokkene en toeschouwer, op zo een
meesterlijke wijze zijn verhaal laat doen en dat meer dan 800 pagina’s volhoudt
is meer dan verbluffend.
Klaar voor de volgende zet,
schreef St Aubyn het satirische Lost for
words (2014), waarin hij de jaarlijkse uitreiking van de Man Booker Prize
te grazen neemt. Het boek werd niet zo enthousiast ontvangen als de
Melrose-romans, maar dat zal een zorg zijn voor wie deze vijfling van rasauteur
St Aubyn zal ontdekken.
Gegarandeerd literair genot van
de bovenste plank.
De Patrick Melrose-romans (Laat maar,
Slecht nieuws, Wat heet hoop, Moedermelk,
Eindelijk), Edward St Aubyn,
vertaald door Nicolette Hoekmeijer, Prometheus, Amsterdam, 2015, ISBN
9789044626476
(Roger Nupie)