In 2012 won de dichteres Laura
van der Haar het NK Poetry Slam en dat was een verdienste, maar poëzie op een
podium en poëzie op papier zijn twee verschillende entiteiten die elk een
andere invalshoek vragen. Het zijn twee verschillende vissen die in de juiste
poel moeten leven. Wat een festivalpubliek zal boeien, is niet altijd wat de
eenzame lezer van poëzie wil lezen. Tussen lezen, horen en zien ligt een
krachtveld dat snel aan energie kan verliezen. Podiumdichters beperken zich
beter tot hun eigen biotoop. Uitgeschreven gedichten op papier zijn toch wat
anders. Van der Haar houdt van speelse woorden. Ze werkt graag met opsommingen
en associaties die, als het medium écriture automatique, op zoek gaan naar
trefzekere doelen. Haar rondhuppelende beelden zijn haar geliefde kleine
kinderen die moeilijk onder controle te krijgen zijn. De bundel Bodemdrang werd ingedeeld in de cycli: Doorlopen, Verlanden en Dagzomen.
Waarom?
Laura van der Haar speelt met
haar woorden en metaforen, maar in deze oefening worden geen rustpunten
gevonden. Ze brengt een spetterend vuurwerk om vooral te entertainen. We lezen
niet te stoppen monologen. Laura van der Haar moeten leren schrappen. Ze moet
weten waarheen ze wil. Ondertussen lopen haar woorden in kringetjes, zoemend
als zomervliegen. Gelukkig is Bodemdrang
een debuutbundel; we moeten dus mild zijn. Lees de bundel en trek zelf je
conclusie. Mustafa Stitou schrijft alvast over deze gedichten: “Regels die
spankracht hebben.”
En jawel, deze dichteres beschikt
over taalkracht en taalvondsten om tot een vorm van poëzie te komen die zij de
wereld instuurt met de hoop adepten te vinden. Zij hanteert de taalmiddelen op
een correcte manier, ze gebruikt haar enjambementen en alliteraties zoals het
hoort, ze streeft een origineel vocabularium na en werkt zeer losjes als het om
opbouw gaat. Voor mij moeten versregels meer worden dan losgeslagen
projectielen die ergens aankomen. Bodemdrang
is een bundel woordenvol lettertjes en tussen al die lettertjes vind je dan
opeens leuke gedichten zoals
splinters
rottende slootkant,
stofhooi, seks in de bosjes, festivalkots
klein straatgedierte
sterft in roosters, vogelswalmen na op het wegdek
de zomer is begonnen
overal klinkt zacht
gelik
aan ijsjes, liefjes,
hondenanussenautogeronk, bericht voor een meisje, plus het meisje
dat voorzichtig in haar handen wrijft
de smeulende resten
van een barbecue
waar het vlees weer
redelijk lekker wasrolschaatsers, rochelaars en wespen
die vroege zomer
steektnet als de bosjes
hoeveel splinters zal
haar lijf blijven verdragen
voordat ze meer hout
is dan mens
In de archeologie is alles wat
opduikt meestal bruikbaar en waardevol. Elk fragment brengt iets bij. In de
poëzie moet vooral worden gebalanceerd om veilig tot aan de overkant te komen.
Deze tocht moet best traag en behoedzaam worden ondernomen, anders wint de
afgrond alweer. In Bodemdrang zijn
schitterende versregels te vinden, maar ze leven heel ver van elkaar, ze worden
verdrongen door stoorzenders, luidruchtige fanfares die beter vlug doorstappen.
Bodemdrang,
Laura van der Haar, 2014, Uitgeverij Podium Amsterdam, ISBN 978 90 5759 658 2