Als scholier grasduinde criticus en dichter Albert Hagenaars (º1955, Bergen op Zoom) regelmatig nieuwsgierig in delen van de reeks Schrijversprentenboek van het Literatuurmuseum in Den Haag. Zo’n rijkelijk van illustraties en foto’s voorziene uitgave met thematische teksten en bio- en bibliografische gegevens zou hij ooit ook wel willen. Het is 2023 en met Schatplicht heeft hij er een.
Het keurig verzorgde boek biedt de belangstellende lezer een uitgebreide blik op wat Hagenaars van 1977 tot 2022 op creatief vlak zoal uit heeft gespookt. En dat is heel wat. Was hij aanvankelijk vooral actief als schilder en galeriehouder, vanaf 1977 ging zijn energie vooral naar de literatuur. Albert Hagenaars debuteerde (al verscheen zijn eerste gedicht in de catalogus bij een tentoonstelling waaraan hij in 1977 meewerkte) in 1979 met de bundel Stadskoorts. Sindsdien verscheen zijn poëzie ook in onder veel meer Spertijd (1982), Intriges (1986), Tropendrift (2003), Cathedra (2015) en Pelgrimsgrond (2022). Af en toe verscheen er ook proza van zijn hand, zoals Dood tij (1988) en Butijn, het boze oog (1992). Voorts stelde hij enkele bloemlezingen samen, en werkte hij samen met andere kunstenaars aan verschillende multidisciplinaire projecten.
Hagenaars is ook een verwoed globetrotter, en de ervaringen die hij op zijn reizen opdeed zijn logischerwijze door de jaren heen vaak in een of andere vorm (gedicht, dagboekfragment, proza) onderdeel van zijn oeuvre uit gaan maken. Een ander substantieel element daarvan zijn ’s mans dikwijls indringende jeugdherinneringen.
Een stevige naam verwierf Albert Hagenaars zich beslist als poëziecriticus. Voor de Nederlandse Bibliotheek Dienst schreef hij in de afgelopen decennia quasi ontelbare beschouwingen over recent verschenen bundels. Ook verschenen en verschijnen uitgebreidere essays in tijdschriften en op het wereldwijde web, en is hij actief als vertaler. Hij onderhoudt verschillende blogs.
In Schatplicht worden al die activiteiten in het decor van de tijd waarin ze zich ontplooiden geplaatst en toegelicht. Het boek bevat van alle genoemde disciplines representatieve voorbeelden (roman- en dagboekfragmenten), benevens oorspronkelijke en vertaalde gedichten.
Boeiend zijn beslist zijn persoonlijke Top 10 van boeken die zijn leven hebben beïnvloed (als eerste noemt hij Monki op Bali uit 1950, een berijmd verhaal met tekeningen van Bernard Reith: zijn eerste kennismaking met Indonesië, het land waarmee hij een intense band heeft gekregen) en verschillende interviews waarin hij uit de doeken doet welke auteurs en kunstenaars hem na aan het hart liggen. Charles Baudelaire is er daar zeker een van, maar ook Giovanni Descoeurs, Paul De Wispelaere en Jan Fabre zijn belangrijk voor hem geweest.
Verhelderend zijn tevens enkele interviews die integraal werden opgenomen zoals een vraaggesprek dat Meander hem afnam, en de gedachtewisseling die Richard Foqué voor De Auteur met hem had over het schrijven, recenseren, vertalen en promoten van poëzie.
Een keurig overzicht van Hagenaars’ publicaties, op muziek gezette gedichten, video’s en poëzie in de openbare ruimte vervolledigt het geheel.
Schatplicht staat garant voor heel wat kijk- en leesplezier, en legt voor iedereen die belangstelling heeft voor het werk van Albert Hagenaars duidelijke verbanden.
Schatplicht, Albert Hagenaars, Amazon, 2023, ISBN 979-83-75281-445
(Daam Noppe)