De nacht is nooit af


Van Frans August Brocatus verschenen zeven dichtbundels, een verhalenbundel (Gevonden Voorwerpen) en een roman (Luna). Gedichten van hem zijn te vinden in allerlei bloemlezingen. Hij was zeer actief op allerlei podia. In steen gekapte dichtregels van hem liggen verspreid op ‘Poosplaatsen’ in de Brabantse regio. Onlangs verscheen zijn roman De nacht is nooit af.

Dat de hoofdpersoon in deze filmische roman Gust heet, terwijl de schrijver zich als Frans August Brocatus presenteert, is natuurlijk geen toeval. Gust is een vertaler van bijsluiters, die literaire ambities koestert. Andere hoofdpersonen zijn partner Jarry, lampenontwerpster, en galeriehoudster Silvia, die ze ontmoet bij een loopclub en met wie ze traint voor de halve marathon. Bijrollen zijn weggelegd voor Karl, vastgoedmakelaar, partner van Silvia, en Baptist, handelaar in tweedehands boeken, een oudere maat van Gust.

Locaties zijn Breda, Antwerpen, Lago di Garda in Italië en Praia da Oura in Portugal. Als Jarry plotseling komt te overlijden gaat Gust zich in diepe rouw te buiten aan alcohol. Hij zoekt steun bij Baptist. Diens kroegenvriendschap blijkt niet voldoende om hem uit het dal te halen. Hij heeft een ontmoeting met Silvia die hem opbeurt. Ze zien elkaar vaker en er ontstaat een vertrouwelijkheid die steeds meer een erotische lading krijgt. Het valt Gust op dat Silvia in diverse opzichten op Jarry lijkt.

De hoofdstukken worden ingeleid door korte inhoudsbeschrijvingen, die doen denken aan samenvattingen bij afleveringen van een TV-serie op Netflix. Boven de verschillende scènes zien we icoontjes van een filmklapper. De filmische opzet wordt verder ondersteund met songtitels die een soundtrack vormen, van Leonard Cohen, Bryan Ferry, Jacques Brel, Michael Hutchence en Ray Charles. De tekst van One Night With You van Elvis begeleidt zelfs een heel gelijknamig hoofdstuk. De schrijver besteedt veel aandacht aan visuele elementen van zijn personages. Bijvoorbeeld: ‘Een stijlvolle dame, vijftig plus, in een zalmkleurig mantelpakje, leverkleurige laptoptas in haar hand, gevolgd door een lange, blonde sportief geklede man betrad de gelagzaal.’

De roman blijft consequent binnen de vorm van een scenario op momenten waar Gust zijn verdriet ondergaat. We vinden geen rechtstreekse beschrijving van emoties, maar suggestieve fantasieën en droombeelden. Het zijn passages die in contrast staan met de reportageachtige taal waarin de ontwikkeling van de gebeurtenissen wordt beschreven.

Op de vloer ligt een vlek. Hij strekt zijn hand uit. De vlek beweegt, vervormt. Er groeit een bloem. Zeven bladeren vouwen op. Weer bukt hij zich en is er Jarry die hem gebiedt stil te staan. Hij begrijpt het niet. De bloembladeren vouwen dicht en de bloem verdwijnt. Hij herkent de mond van Jarry. Haar lippen gaan open en dicht maar er komt geen geluid uit. Hij schreeuwt haar naam, de echo herhaalt hem. (….) De lippen op de vloer tuiten zich, vormen een kus.’
Hij grijpt naar zijn wang en ziet daarna zijn vingers rood kleuren. Het is geen bloed maar lippenstift. Van Jarry, haar kleur, haar enige kleur.


Frans August Brocatus schreef een roman die de lezer meteen in de handelingen meesleept en de aandacht en nieuwsgierigheid van begin tot eind gevangen houdt.


De nacht is nooit af, Frans August Brocatus, Amblicius, Breda/Kalmthout, 2022, ISBN 978-94-93275

(Will van Broekhoven)