Vermoeden van licht


Het is vele jaren lang heel stil gebleven rond de figuur van Richard Foqué. Dat is te zeggen: rond de díchter Richard Foqué. Zijn eerste literair werk dateert van een hele tijd terug namelijk 1967, maar sedert de jaren zeventig kroop al ’s mans energie in zijn loopbaan als architect en hoogleraar. De laatste jaren echter is hij opnieuw actief in de poëzie. Als een heuse Phoenix is hij uit de dichterlijke as verrezen en legt hij opnieuw zijn ei. Zelfs in Parijs is men gaan inzien dat deze dichter aandacht verdient. Zijn bundel Hier staan wij verscheen daar namelijk in een vertaling van Pierre-Jean Brassac als Ici nous sommes. Ga maar eens naar de website van uitgeverij L’Harmattan..
Met dezelfde finesse als van een olijfolieproducent komt deze auteur tot zijn nieuwste product: Vermoeden van licht, zijn achtste bundel. Richard Foqué heeft een formule. Hij is een woordalchemist. Zoals de goudkleurige olie druppel voor druppel tot stand komt zo groeien ook zijn verzen. Hij puurt uit, zuivert, maakt zijn boodschap kristallijn en mysterieus tegelijk. Hij bundelt tot de kernen geraakt worden en let er vooral op dat de verstaanbaarheid van zijn gedichten sterk onder controle blijft.
Vermoeden van licht bestaat uit de cycli De verloren tijd, De instortende tijd, De zoekende tijd en De herwonnen tijd. Deze dichter werkt sterk strofisch. Hij is en blijft de architect die hij beroepshalve was en schrijft met veel zin voor indeling, perspectief en balans. Zijn personages zijn gezichtloze wezens die emotieloos hun boodschap afleveren. Ze zijn anonieme, ongrijpbare, afstandelijke medespelers en figuranten die deel uitmaken van Foqué’s woordenuniversum. De auteur brengt cadans in zijn gedichten door het gebruik van herhaling. Ook de kracht van nostalgie brengt evenwicht in dit werk. Voor Richard Foqué is de stad een vooral kille gevoelloze plaats. De dichter vecht nodeloos tegen de zekerheid van ons bestaan, maar bij Foqué lees je toch ook hoop op beterschap. In de onaardse wereld van Richard Foqué weigert de dichter in feite het onontkoombare lot te aanvaarden. In de laatste cyclus lees ik vooral wat voor mij kan doorgaan als melancholische liefdespoëzie, doch zonder ballast of knelpunten. De poëzie van Foqué moet vooral zeer traag gelezen worden, pas op die manier raken alle ontvangers getoucheerd. Foqué betitelt zijn gedichten niet, maar voorziet ze van een nummering.

2.1

Telkens weer ergens
in de naam van een god
wordt een andere man gekruisigd
een andere vrouw gestenigd
in een kuil begraven.
Zwijg nu en vlucht
weg van de demonen.
Rijd met de donkerste maan
rijd door de woestijnen
rijd met stof in de ogen.

Deze gedichten overkappen een heel leven. Er is een mélange van levenservaringen, herinneringen en projecties naar een onbekende toekomst. De zoektocht van Richard Foqué loopt uit. Hij neemt zijn lezers bij de hand. Aan hen om hem te volgen of los te laten.

Vermoeden van licht, Richard Foqué, Uitgeverij P, 2017, ISBN 978-94-9233-41-6

(Frank Decerf)