Hans
Tentije, pseudoniem van Johann Krämer en overladen met literaire prijzen, de
dichter noemen van de melancholie is een understatement. Met Om en nabij - het moet zowat zijn
achttiende bundel zijn - bevestigt hij andermaal deze reputatie op meesterlijke
wijze.
Naast
het openingsgedicht Al met al
bestaat de bundel uit vier cycli: Om de
herinnering, waarin Tentije als het ware de Turijnse voetsporen volgt van
Cesare Pavese, de Italiaanse dichter, die op jonge leeftijd zelfmoord pleegde, Mettertijd, Bij benadering, Voor wat het
is en Tot zover, waarin hij Henk
Bernlef gedenkt. Een aanzienlijk aantal van de gedichten in deze bundel
verschenen reeds eerder, onder meer in Poëziekrant. Maar de bundeling ervan
in één uitgave geeft er een extra dimensie aan: een inhoudelijke synergie, die
de diverse gedichten verbindt tot één grote poëtische evocatie van een soort
illusionaire werkelijkheid, die door de verzen tastbaar en reëel wordt gemaakt.
Tentije
slaagt erin om de grenzen tussen realiteit en fictie, het gedroomde en het
beleefde, te laten vervagen. Sleutel daartoe is het geheugen en de
herinneringen: zichzelf, het zinnelijke,
weten te ontraadselen, misschien is dat het / wat herinneringen willen, en
in de prachtige concluderende slotverzen:
als het kijken eindelijk het vergeten inwilligt / zijn alle beelden
teruggebracht / tot hun essentie, het onderhuidse waar elk woord, elk lied /
immer uit voortgekomen is / in een van zee, van over duinvalleien / en
verstuivingen komend licht, dat alles verheldert / maar niets verklaart.
Zoals de titels van de cycli al aanduiden en zelfs de dichter zijn pseudoniem
is de tijd in al zijn gedaanten de achterliggende agens, de zintuigen zijn
daarbij de ingangen naar het verleden, vooral de geur en het gehoor zijn
pertinent aanwezig: Wie zal zeggen
waarvandaan en uit welk verleden / de geuren en geluiden een enkele keer: ’s
nachts komen overgewaaid, alsof ze ook buiten je om / moesten worden bewaard.
Het
doet bijwijlen erg Proustiaans aan, maar doet ook denken aan het boek van
Robert Venturi Learning from Las Vegas,
waarin de auteur de stad beschrijft aan de hand van geur, geluid- en
zichtprikkels. Voor Tentije zijn soortgelijke beschrijvingen aanleidingen tot
een poëtische reconstructie van een wereld zoals die door de dichter beleefd
wordt: wellicht was het zo, wellicht niet, maar het had zo kunnen zijn. Tentije
slaagt erin om de illusie in stand te houden als een soort nieuwe
werkelijkheid, doordesemd van een zachte weemoed, die warm en herkenbaar
aandoet. Hij hanteert daarbij een filmisch traag meanderende stijl, die de
lezer meezuigt in zijn universum, zoals in de cyclus Bij benadering: …werkelijkheid
en verbeelding zijn innig / met elkaar verweven, soms worden er patronen
zichtbaar / die onherkenbaar anders en tegelijkertijd / vanzelfsprekend lijken…
Dit
is één van de weinige dichters, die er in slaagt om de grenzen tussen proza en
poëzie moeiteloos te laten vervagen in een meeslepende evocatie van dichterlijke
grootsheid à la recherche du temps perdu.
Om en nabij, Hans Tentije Uitgeverij De Harmonie, Amsterdam, 2016,
ISBN 978-94-6336-002-9
(Richard Foqué)