Uitgeverij
Lebowski plande in 2014, twintig jaar na het overlijden van de cultschrijver van het ordinaire
Charles Bukowski, de uitgave van zijn volledig oeuvre. Met de slogan Bukowski leeft zagen inmiddels reeds
acht titels het daglicht: Postkantoor,
Pulp, Kind onder kannibalen, Fuck
machine en andere verhalen van alledaagse waanzin, De laatste nacht van de aarde, Aantekeningen
van een vieze oude man en Factotum.
Lebowski speelt kort op de bal: in december 2015 verscheen On Cats; in november 2016 verscheen de Nederlandse vertaling, Katers en poezen.
Bukowski’s
genegenheid en zorg voor het favoriete huisdier van zovelen spat van de
bladzijden, maar wie louter een sentimentele ode aan katers en poezen verwacht,
is hier aan het verkeerde adres. Tederheid en ontroering wisselen elkaar af met
bespiegelingen over het eigenzinnige en genadeloze gedrag van de roofdieren die
hun prooi besluipen en hoe ze er tergend mee omgaan. Eveneens: de niets
ontziende kattenmanieren om aandacht op te eisen: hoe ze geërgerd door het
geluid van een schrijfmachine op manuscripten springen of hun baasje uit de
slaap halen door hun nagels in zijn gezicht te planten. Ondoorgrondelijk, met
een onvoorspelbaar gedrag, wisselend tussen aanhankelijkheid en
afstandelijkheid: naar een dier kan ik
urenlang kijken zonder iets anders te zien dan gratie en glorie, leven zoals
het bedoeld is.
Katers en poezen is een bundeling
van prozateksten en gedichten, voorheen ongepubliceerd of verschenen in een
kleine tijdschriftenoplage. Het boek is verlucht met foto’s van Bukowski’s
huisdieren, al dan niet met hemzelf of zijn echtgenote, en een poging van de
schrijver om een kat te tekenen. Eentje maar, want andere pogingen tot kattenillustraties, zoals het schilderij op de
titelpagina, leken uiteindelijk meer op honden.
Onder
de ruwe Bukowski-bolster zit een heel gevoelig kantje verborgen. Rauw (het
schrijnende verhaal van een klein wit
katje met zijn rug tegen de muur in een hoek dat ingesloten wordt en ten
prooi valt aan een agressieve hond) en teder wisselen elkaar af of vallen samen
in die typische mengeling die het handelsmerk is van Bukowski en hem uniek
maakt. Onmisbaar, niet alleen zoals de achterflap vermeldt voor iedereen die thuis opgewacht wordt door ten minste één kat en
voor de trouwe Buko-fans, maar voor iedereen die voelhorens heeft voor een
veelzijdig portret van de mysterieuze miauwers.
Als je
je niet goed voelt, hoef je alleen naar katten te kijken en je voelt je al
beter, want zij weten dat alles is zoals het is. Niets om je over op te winden.
Dat weten zij. Het zijn redders. Hoe meer katten je hebt, hoe langer je leeft.
Als je honderd katten hebt, leef je tien keer langer dan wanneer je er tien
hebt. Dat zal ooit worden ontdekt, en dan nemen de mensen duizend katten en
worden ze onsterfelijk.
Deze
124 pagina’s puur leesplezier in huis halen doet beslist ook al wonderen.
Katers en poezen, Charles Bukowski
(vertaald uit het Amerikaans door Gerda Baardman), Lebowski Publishers,
Amsterdam, 2016, ISBN 978 90 488 3226 2
(Roger Nupie)