Ellen
Deckwitz kaapte met haar debuutbundel, De
steen vreest mij, in 2012 de C. Buddingh’-prijs weg. Ze schreef al eerder
over poëzie: Zo word je een geweldige
dichter (2015), bedoeld als een leidraad voor beginnende dichters die een
plaats willen veroveren in het poëtisch landschap. Olijven moet je leren lezen is gebaseerd op een artikelenreeks die
ze schreef voor nrc.next: Eerste Hulp
Bij Poëzie, rond de problematiek hoe
benader en begrijp je gedichten.
Het schijnt dat
meer dan een miljoen Nederlanders en Vlamingen regelmatig gedichten schrijft op
vrijwillige basis, dat wil zeggen: buiten de verplichtingen in sinterklaastijd
om.
En toch wordt er weinig poëzie gelezen en nog minder gekocht. Vanwege de
hardnekkige misvatting dat poëzie te moeilijk is en daardoor niks voor de
gemiddelde lezer?
In
haar voorwoord belooft de auteur: Ik zal
ingaan op de verschillende technieken die er zijn om een gedicht te begrijpen,
hoe je wel en hoe je absoluut niet kan lezen. Ik zal de regels die bij poëzie
horen uitgebreid behandelen, misverstanden ontkrachten en leestips meegeven.
Elk
hoofdstuk biedt het antwoord op een vraag, o.a. Hoe weten we dat poëzie iets
voor ons is? Hoe moet ik wegwijs worden in vage poëzie? Is vertaalde poëzie de
moeite waard? Hoe ontstaat een gedicht? En wat is het nut van poëzie? Is alle
poëzie mooi? Waarom rijmen er tegenwoordig zo weinig gedichten? Er wordt
telkens uitgegaan van een gedicht van een bekend of minder bekend auteur, zowel
uit het Nederlands taalgebied als gedichten in vertaling - Deckwitz vertaalde
zelf de hier opgenomen teksten van Emily Dickinson, Charles Bukowski, Craig
Arnold en Dennis O’Driscoll.
Terloops
toch even iets rechtzetten. Deckwitz schrijft over Anne Sexton: haar verzen zijn helaas niet in het
Nederlands uitgegeven. In 2001
verscheen evenwel bij Uitgeverij Wagner & Van Santen een bloemlezing uit
het werk van Anne Sexton, samengesteld en - voortreffelijk - vertaald door
Katelijne De Vuyst: Kreupel hart.
Ellen
Deckwitz schrijft vlot, heeft gevoel voor humor en weet met haar enthousiasme
en een vaak verrassende visie (Emily Dickinson in het hoofdstuk Wie was de John Lennon van de poëzie?)
de lezer constant te prikkelen. Tevens een welverdiende pluim voor Jenna Arts, die zich door de
gedichten liet inspireren tot prachtige tekeningen.
Het
boek breekt een lans voor de poëzie en is niet alleen een must voor wie in het
onderwijs leerlingen enthousiast wil maken voor gedichten en voor wie dit
gebied van de literatuur altijd al een vreemde eend in de bijt vond, maar
evengoed voor de al wat doorwinterde poëzielezer én dichters die hun blik op
eigen werk en dat van collega’s willen verruimen. Al dan niet te consumeren met
olijven. Want laten we wel wezen, hoe
wist je vroeger dat olijven te eten waren? Door het gewoon te proberen. Ook
gedichten kun je leren eten.
De Olijven moet je
leren lezen, een cursus genieten van poëzie, Ellen Deckwitz, met illustraties van Jenna Arts, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam / Antwerpen,
2016, ISBN 978 90 450 3134 7
(Roger Nupie)