In een bijzonder goed gedocumenteerde studie schetst
Ludo Noens een aantal historische, psychosociale, religieuze en
wetenschappelijke contexten welke Jezus, de centrale figuur van het nog steeds
de hele wereld dominerende christendom, eens en voorgoed ontdoen van zijn
kerkelijke omhullingen en vervalsingen.
Jezus, de zoon van god, is na zijn dood verrezen en
de verrezen heer zou menigmaal verschenen zijn, zoals nieuwtestamentische bronnen
getuigen. En dat gegeven trekt Ludo Noens ook helemaal niet in twijfel, alleen
blijken de doden weleens meer aan hun nabestaanden te verschijnen.
De Bijbelse profeten, de apostelen en ten slotte
ook Jezus baden in het paranormale. Evenals bij Homerus wordt in de Bijbel
verhaald over de dodenbezwering en zoals in vele andere culturen is ook in de
heilige schrift sprake van de magie van ‘tafeltje-dek-je’, de opwekking van
doden, exorcisme, het uitlokken van natuurfenomenen, de verdwijntruc en vele
andere wonderen. Zoals de neerdaling van de heilige geest over de apostelen die
terstond alle talen gaan spreken en de vele genezingen - fenomenen die echter
vaak worden voorzien van wetenschappelijke verklaringen (natuurfenomenen,
epilepsie...) - zelfs de ‘neurotheologie’ wordt erbij gehaald.
[….] Wat men in
onze alsmaar rationeler wordende samenleving meer en meer onder de mat schuift,
zal de essentie van Jezus’ betekenis blijken te zijn.
Deze paranormale performer van zowat veertig
gerapporteerde (en dankzij de kracht van de heilige geest verrichte) wonderen,
zegt dat in principe iedereen kan doen wat hijzelf doet, mits zijn geloof maar
sterk genoeg is. Zo deed de heiligverklaarde Don Bosco in 1860 de
vermenigvuldiging van de broden nog eens over.
Het paranormale blijkt inherent aan de
werkelijkheid, zoals Noens laat verstaan met een treffend citaat van
parapsycholoog Kenneth Batcheldor:
Het is alsof
het universum nu en dan psi fenomenen toelaat, redelijk vlot en snel, op
voorwaarde dat zij accidenteel gebeuren en niet onder bewuste controle.
Wellicht zou bij een andere gang van zaken de realiteit te onstabiel zijn.
Het christendom is een mysteriegodsdienst, maar het
is lang niet de eerste en evenmin de enige: over de mysterieculten licht dit
boek ons uitgebreid in. Maar ook over de daarmee samenhangende problematiek van
de bijna-doodervaring (BDE) die een empirische grond geeft voor het geloof in
wat het louter stoffelijke en het tijdelijke te boven gaat.
In het laatste hoofdstuk, over de terugkeer van de
Nazoreeër, volgt eerst een uitgebreide behandeling van de BDE als zeer
ingrijpende gebeurtenis die het leven verandert. Zoals ook weleens gebeurt na
een blikseminslag in het lichaam - door natuurvolkeren beschouwd als
sjamanistische roeping. Zoals wellicht bij Paulus die op weg naar Damascus van
zijn paard gebliksemd (?) werd en die zich als gevolg daarvan bekeerde.
Ook Jezus de Nazoreeër vertoont alle
gedragskenmerken van de bliksemsjamaan en van de BDEr - waarover vooral de
apocriefe teksten getuigen.
Met een bijzondere aandacht en een fenomenaal
geheugen voor deze zaken verzamelt Noens ze en hij verbindt ze bijzonder
verhelderend met vergelijkbare feiten elders in het wereldgebeuren.
De terugkeer van de Nazoreeër – fabuleuze
lotsbestemming van een bliksemsjamaan, Ludo
Noens, Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2016, ISBN 978 946 153 9960
(Jan Bauwens)