Marie-Cécile Moerdijk, een
Nederlandse volkszangeres, schrijfster en radiomaakster, werd in 1929 geboren
in het Zeeuwse Zuiddorpe, maar woont tegenwoordig in Lommel-Kolonie (België),
waar ze benoemd is tot stadsdichteres.
Voor
de vijftigste verjaardag van haar dochter schreef zij Lieve Lotje,
een relaas over haar eigen eerste vijftig levensjaren. Sinds haar kindertijd hield Marie-Cécile schriftjes bij; deze
notities dienden als basis voor haar boek. De schrijfster noteert haar memoires
in een levendige, meisjesachtige stijl. Het boek bevat foto’s uit haar
privé-archief. Een guitige Lotje prijkt op de cover.
Moerdijk deelt Lieve Lotje niet in
hoofdstukken in. De eerste vijftig pagina’s zijn stukjes met een datum
als titel. 1929 gaat over haar kindertijd in Zuiddorpe. Thuis werd er veel gemusiceerd: M’ma
speelde uren achtereen op de vleugel. P’pa zong of, de koffergrammofoon
aanzwengelend, draaide hij de platen van Amelita Calli-Curci of Schaliapin. In
1940 begint de oorlog. Marie-Cécile
moet naar een pensionaat in Kortrijk, dat wordt gebombardeerd. In het
pensionaat Le Nouveau Bois in
de Rue longue des Violettes in
Gent voelt zij zich eindelijk thuis. Zij ontdekt haar roeping: voordragen en
zingen. Op eigen initiatief gaat ze op auditie in de Gentse opera, bij de
beroemde sopraan Vina Bovy. Uiteindelijk volgt ze zangles bij Ruth Horna in
Amsterdam en vindt ze in 1952 een baan in Den Haag.
In 1954 verhuist ze naar Amsterdam, waar ze verliefd wordt op Johnny. Die
krijgt een opdracht bij een baggerbedrijf
in Venezuela; Marie-Cécile besluit hem te volgen. Zij vestigen zich in
de primitieve pueblo Rio Chico. In Caracas ontmoet ze de Argentijnse hoogleraar
etnomusicologie Isabel Aretz de Ramon y Rivera. Door de revolutie is Johnny
genoodzaakt een job bij Philips te aanvaarden in Caracas. Het paar verhuist
naar een wolkenkrabber in de wijk Altamira. Samen met Isabel treedt ze voor het
eerst op; ze krijgt een radioserie en geeft recitals in de Nederlandse Antillen.
Na haar terugkeer uit Curaçao ontdekt ze dat Johnny homoseksueel is. Zij
besluit terug te keren naar Nederland.
In het hoofdstuk Caiiia beleeft de zangeres
een nieuwe liefde: de Rus Caiiia wordt de vader van haar dochter. Maar zijn
labiele persoonlijkheid, zijn voorkeur voor illegale praktijken, zijn jaloezie
en gewelddadigheid maken ook van deze relatie een regelrechte puinhoop. In 1968 heeft Marie-Cécile Moerdijk een
verfrissende flirt met de vijftien jaar jongere Rius, een dirigent uit Heerenveen. Maar
in 1972 ontmoet ze Jan. In 1975
trouwen ze en eindelijk komt er rust in haar leven. De relatie met Jan is een
verademing, maar hij overlijdt niet veel later aan een hartaanval.
1982: Lotje behaalt een mooie prijs tijdens de Europese
kampioenschappen kogelstoten, maar wordt lerares therapeutisch paardrijden.
Moeder en dochter verhuizen naar een grote boerderij. Gedurende de twaalf
volgende jaren musiceert, zingt en schrijft Marie-Cécile; Lotje geeft
paardrijles aan gehandicapten. Het verhaal eindigt in 2013, met een speciale opdracht aan
Lotje. Moerdijk schreef met Lieve Lotje boeiende, diepgaande, aangrijpende en vlot leesbare memoires!
Lieve
Lotje, Marie-Cécile
Moerdijk, Uitgave De Bezige Brem, Lommel, 2013, ISBN 978-90-70471-15-6
(Nicole Van Overstraeten)