De
cycli Als de paradijsvogel, Ginder, Flower Girl en Eindeloos
verenigen de voorlopig laatste poëtische pennenvruchten van Gust Van Brussel en
wat was zijn bedoeling met dit werk? Bij
het verschijnen van De Gouden Vogel beloofde ik de gedichten, die ik na deze
bundel nog zou schrijven, eveneens uit te geven. Vandaar dat nu Als de paradijsvogel aangeboden wordt.
Een honderdtal gedichten in vier bundels verdeeld. Mij ligt Ginder nauw aan het hart. Ik noemde die
gedichten oorspronkelijk Voetpadgedichten
en schreef ze in het rusthuis ’t Smeedeshof in Oud-Turnhout. Iedere dag liep ik
van mijn flatje naar het kerkhof, waar de as van mijn lieve vrouw op me wacht.
Gedurende de wandelingen heen en terug, droeg ik de indrukken mee die ik als
oude rusthuisbewoner had en tikte die, eens in ’t Smeedeshof terug, in mijn
laptop. Wie in dit verborgen leven van de vierde leeftijd verbleef om er de
eenzaamheid als gezel te hebben, zal die gesloten wereld herkennen.
In dit
werk vindt de lezer ongecompliceerde verzen; sterk gevoelsgeladen en
pretentieloos. Het is alsof de auteur de balans opmaakt, hij getuigt wat in
zijn leefwereld omgaat en brengt die observaties fijn in beeld. In zijn woorden
liggen rust en aanvaarding. Hij wil opkomen en spreken voor de verzwegenen, hen
beschermen voor de vergetelheid door hen als bijzondere mensen in poëzie vast
te leggen. Van Brussel is een zeer humane dichter en dat siert hem. De ‘kleine’
drama’s van bijvoorbeeld de rustoordbewoners, herschikt hij tot serene
nostalgie. In een soort parlando laat de auteur ons delen; hij openbaart zijn
heldere geest en blijft meelopen, mee rapporteren. Hij ziet en legt vast. Hij
wordt kroniekschrijver van een traag weg zeilende tijd.
Tegenover mij zit de zwijger
Hij krijgt extra cola omdat zijn suiker weer miszit
Als zijn neus druipt valt de slijm in zijn bord
Hij is bijna zo oud als zijn moeder
Toen ze stierf was ze zes jaar ouder
Hij zit haar op de hielen
Hij bleef bij haar omdat niemand voor haar
zorgde
Zij huilde bij ieder lepeltje
Omdat ze moest sterven
Of omdat ze de soep niet lustte
De rust
is voor de anderen, voor diegenen die niet meer kunnen, die geen enkele keuze
meer hebben. Van Brussel vertegenwoordigt hen en zijn poëtica verdedigt
respect. De aspecten van het oud worden en het oud zijn liggen in dit werk
veilig gecatalogeerd. Door ze te bundelen gaan ze gegarandeerd nog enkele
levens mee en kunnen nieuwe generaties het werk blijvend appreciëren. In deze
late dagen van de vroege winter roept de auteur zijn lotgenoten op om (nog)
niet op te geven en nog zoveel als mogelijk dromen te vangen. Gust Van Brussel
aanvaardt zijn toekomst, hij ontvangt zijn lot als een gentleman. Hij brengt
alles in kaart en zijn gedichten nodigen uit. Ze beogen de finale vol optimisme
af te wachten en daardoor vind ik dit werk vooral ook moedig en waardevol.
Als de paradijsvogel, Gust Van Brussel, eigen beheer,
Antwerpen, 2012
(Frank Decerf)