Met de roman Vossenjong publiceerde Marc Andries dit najaar zijn vijfentwintigste boek, bij Zorro Uitgeverij in Damme. Het lijkt wel of hij met zijn jongste publicaties de historische roman een nieuw leven wil inblazen. Hij schrijft ogenschijnlijk een uit zijn verbeelding ontsproten verhaal en plaatst dat in een context met historisch controleerbare feiten. Zo lijkt het een beetje, maar het kan ook anders zijn. Verschillende personen met familiale connecties van het Belgisch vorstenhuis kwamen reeds in zijn boeken aan bod. Ik denk hier aan Monseigneur met in de hoofdrol niemand minder dan prins-regent Karel (een uitverkocht boek dat dringend dient herdrukt te worden!) en aan Mijn Max, dat het rampzalig Mexicaanse avontuur verhaalt van Charlotte, dochter van Leopold I, en haar echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk. In de huidige roman verschijnt Albert I ten tonele, maar laten we niet op de gebeurtenissen vooruitlopen.
Het boek gaat over de geschiedenis van de familie Vos. Camille Vos werd een vrij beroemd luministisch schilder, die woonde in oude boerderij met een brede hofgracht. De buurtbewoners noemden het gebouw al snel Het Vossenhol en intellectuelen uit de omgeving kwamen er graag op bezoek om te praten, van mening te wisselen en hun ideeën te verkondigen. Die liepen nogal wat uit elkaar want er waren Orangisten, Belgicisten en Flaminganten bij. In 1896 werd in dat Vossenhol een eeneiige tweeling geboren: Anatole en Ferdinand Vos. Ze leken zo op elkaar dat niemand hen uit elkaar kon houden. Zoals dat meer gebeurt bij tweelingen deelden de broers alles met elkaar, ze werden zelfs verliefd op hetzelfde meisje. Totaal onverwacht werden zij echter uit elkaar gedreven: bij de keuring voor militaire dienst werd Ferdinand afgekeurd wegens platvoeten. Anatole werd ingelijfd bij het leger terwijl de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Na een aantal verschrikkelijke ervaringen kwam hij terecht als tolk en verpleger in een lazaret achter de loopgraven aan de IJzer in de Westhoek. Daar werd hij permanent geconfronteerd met taalconflicten door officieren, die hun bevelen aan Vlamingen enkel in het Frans gaven en zo ontelbare slachtoffers maakten. Uiteraard werd Anatole daardoor een overtuigde Vlaming. Anders verliep het met Ferdinand die in het bezette gedeelte van het land in een Belgicistische industrieel milieu terecht kwam. Door omstandigheden buiten hun wil werden de tweelingbroers dus ook intellectueel uit elkaar gedreven.
Om als achtergrond de geschiedenis van de Vlaamse Beweging, met het ontstaan van de Frontpartij te schetsen heeft Marc Andries bijzonder veel opzoekingswerk verricht en hij heeft dat verwerkt in een spannend verzonnen verhaal. Of zitten er nog meer geheimpjes in deze roman verborgen? Een voorvader langs moederkant heette Reynaert. Dat doet wel heel sterk aan Vos denken, vooral als je weet dat diens dochter getrouwd was met de luministische schilder Edmond Verstraeten. Maar dat zijn als weetjes natuurlijk maar details. Het tijdsbeeld is echter vlijmscherp weergegeven, waardoor het boek leest als een trein. De moeite van het lezen zeker waard!
Vossenjong, Marc Andries, Zorro Uitgeverij, Damme, 2011, ISBN 978 94 6168 0051
(Tony Rombouts)
Het boek gaat over de geschiedenis van de familie Vos. Camille Vos werd een vrij beroemd luministisch schilder, die woonde in oude boerderij met een brede hofgracht. De buurtbewoners noemden het gebouw al snel Het Vossenhol en intellectuelen uit de omgeving kwamen er graag op bezoek om te praten, van mening te wisselen en hun ideeën te verkondigen. Die liepen nogal wat uit elkaar want er waren Orangisten, Belgicisten en Flaminganten bij. In 1896 werd in dat Vossenhol een eeneiige tweeling geboren: Anatole en Ferdinand Vos. Ze leken zo op elkaar dat niemand hen uit elkaar kon houden. Zoals dat meer gebeurt bij tweelingen deelden de broers alles met elkaar, ze werden zelfs verliefd op hetzelfde meisje. Totaal onverwacht werden zij echter uit elkaar gedreven: bij de keuring voor militaire dienst werd Ferdinand afgekeurd wegens platvoeten. Anatole werd ingelijfd bij het leger terwijl de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Na een aantal verschrikkelijke ervaringen kwam hij terecht als tolk en verpleger in een lazaret achter de loopgraven aan de IJzer in de Westhoek. Daar werd hij permanent geconfronteerd met taalconflicten door officieren, die hun bevelen aan Vlamingen enkel in het Frans gaven en zo ontelbare slachtoffers maakten. Uiteraard werd Anatole daardoor een overtuigde Vlaming. Anders verliep het met Ferdinand die in het bezette gedeelte van het land in een Belgicistische industrieel milieu terecht kwam. Door omstandigheden buiten hun wil werden de tweelingbroers dus ook intellectueel uit elkaar gedreven.
Om als achtergrond de geschiedenis van de Vlaamse Beweging, met het ontstaan van de Frontpartij te schetsen heeft Marc Andries bijzonder veel opzoekingswerk verricht en hij heeft dat verwerkt in een spannend verzonnen verhaal. Of zitten er nog meer geheimpjes in deze roman verborgen? Een voorvader langs moederkant heette Reynaert. Dat doet wel heel sterk aan Vos denken, vooral als je weet dat diens dochter getrouwd was met de luministische schilder Edmond Verstraeten. Maar dat zijn als weetjes natuurlijk maar details. Het tijdsbeeld is echter vlijmscherp weergegeven, waardoor het boek leest als een trein. De moeite van het lezen zeker waard!
Vossenjong, Marc Andries, Zorro Uitgeverij, Damme, 2011, ISBN 978 94 6168 0051
(Tony Rombouts)