Voorheen verschenen er van Job Degenaar zeven bundels: Bericht voor gelovigen (1976), Het wak (1980), 't Vlak ligt klaar (1989), De helderheid van morgens (1992), Van de arena en het lastdier (1995), Dus dit is zomer (1998) en Huisbroei (2003). Daaruit werd een bloemlezing samengesteld, Handkussen van de tijd (Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2009). Tevens werd een selectie uit zijn poëzie in het Pools vertaald door dr. Jerzy Koch: Linia przyplywu (Vloedlijn), verschenen bij de University of Wroclaw Press, 1991.
Mooie, melancholieke gedichten in eenvoudige, ongekunstelde taal, lezen we op de achterkant van zijn nieuwe bundel, Vluchtgegevens, en dat klopt, al is die taal veel geraffineerder dan ze bij eerste lezing lijkt. De meeste gedichten baden inderdaad in een sfeer van melancholie, al zijn sommige dan weer speels en niet vreemd van enige ironie. Drie voorbeelden: Intiem heelal, over het bezoek aan een Turks bad, eindigt met De stoom trok weg / een vrouw kwam binnen / ook ik werd weer van vlees. In Doei, Mister Death lezen we in de derde strofe: Meneer dacht in z’n doorkijkjas / toch niet me hier te strikken / bij ’t spattend brandingsgoud? Tenslotte het gedicht Heden erwtensoep op Schier (zeer vrij naar Jan Hanlo) dat we in zijn geheel citeren: Glimmen de fietszadels in de schemer / stroomt het bokbier door de tap / rennen klassiek de obers rond / als hulpverleners in ’t verderf? // Dan is er erwtensoep bij Van der Werff.
Onstilbaar lied is een cyclus van zes gedichten die met zee en water te maken hebben, een gegeven dat ook elders in de bundel meermaals opduikt: de sloot, een pontje, de wadden, een waterval… De gedichten van Degenaar lijken wel miniatuurtjes waar vaak eenvoudige onderwerpen als een straat, een boom, dieren, een landhuis aan ten grondslag liggen. Hij weet zijn lens zo te richten dat het poëzie oplevert die verrast en ontroert.
Degenaar is tevens gitarist en zanger. Op het eerste en tweede Festival van de Europese Dichtkunst (2010 en 2011 in Bibliotheek Permeke te Antwerpen) liet hij het publiek met succes kennismaken met zijn dubbeltalent. Hij treedt geregeld op met zangeres Margriet Boomsma, met pianiste Jacqueline Hehakaya met wie hij klassieke muziek combineert met poëzie en met musici als Alex Brusse (saxofoon, klarinet en dwarsfluit) en Michiel Dhont (contrabas), met wie hij begin jaren negentig al jazz en poëzie samenbracht.
Job Degenaar heeft ook een mooie leesstem. De CD waarop hij zeventien gedichten uit de bundel heeft ingesproken is dan ook een leuk extra bij deze uitgave, die verscheen als nummer 5 in de Bordeauxreeks van Uitgeverij Liverse. Lees- en luistergenot gegarandeerd, daarom kunnen wij de lezer één gedicht uit een reeks favorieten niet onthouden:
Afterparty
Als we niet meer zijn
dan wie we waren
drijfveren
zijn gewist
en we daar liggen
de sporen zichtbaar
van een ongekend
levensfeest
doorrookte kleren
in het morgenlicht
ja dan, misschien dan
komt liefde nog even aan
Vluchtgegevens, Job Degenaar, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2011, ISBN 978-9-0769-8281-6
(Roger Nupie)
Mooie, melancholieke gedichten in eenvoudige, ongekunstelde taal, lezen we op de achterkant van zijn nieuwe bundel, Vluchtgegevens, en dat klopt, al is die taal veel geraffineerder dan ze bij eerste lezing lijkt. De meeste gedichten baden inderdaad in een sfeer van melancholie, al zijn sommige dan weer speels en niet vreemd van enige ironie. Drie voorbeelden: Intiem heelal, over het bezoek aan een Turks bad, eindigt met De stoom trok weg / een vrouw kwam binnen / ook ik werd weer van vlees. In Doei, Mister Death lezen we in de derde strofe: Meneer dacht in z’n doorkijkjas / toch niet me hier te strikken / bij ’t spattend brandingsgoud? Tenslotte het gedicht Heden erwtensoep op Schier (zeer vrij naar Jan Hanlo) dat we in zijn geheel citeren: Glimmen de fietszadels in de schemer / stroomt het bokbier door de tap / rennen klassiek de obers rond / als hulpverleners in ’t verderf? // Dan is er erwtensoep bij Van der Werff.
Onstilbaar lied is een cyclus van zes gedichten die met zee en water te maken hebben, een gegeven dat ook elders in de bundel meermaals opduikt: de sloot, een pontje, de wadden, een waterval… De gedichten van Degenaar lijken wel miniatuurtjes waar vaak eenvoudige onderwerpen als een straat, een boom, dieren, een landhuis aan ten grondslag liggen. Hij weet zijn lens zo te richten dat het poëzie oplevert die verrast en ontroert.
Degenaar is tevens gitarist en zanger. Op het eerste en tweede Festival van de Europese Dichtkunst (2010 en 2011 in Bibliotheek Permeke te Antwerpen) liet hij het publiek met succes kennismaken met zijn dubbeltalent. Hij treedt geregeld op met zangeres Margriet Boomsma, met pianiste Jacqueline Hehakaya met wie hij klassieke muziek combineert met poëzie en met musici als Alex Brusse (saxofoon, klarinet en dwarsfluit) en Michiel Dhont (contrabas), met wie hij begin jaren negentig al jazz en poëzie samenbracht.
Job Degenaar heeft ook een mooie leesstem. De CD waarop hij zeventien gedichten uit de bundel heeft ingesproken is dan ook een leuk extra bij deze uitgave, die verscheen als nummer 5 in de Bordeauxreeks van Uitgeverij Liverse. Lees- en luistergenot gegarandeerd, daarom kunnen wij de lezer één gedicht uit een reeks favorieten niet onthouden:
Afterparty
Als we niet meer zijn
dan wie we waren
drijfveren
zijn gewist
en we daar liggen
de sporen zichtbaar
van een ongekend
levensfeest
doorrookte kleren
in het morgenlicht
ja dan, misschien dan
komt liefde nog even aan
Vluchtgegevens, Job Degenaar, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2011, ISBN 978-9-0769-8281-6
(Roger Nupie)