Requiem voor een wielrenner is een tot in de puntjes verzorgde bundel waarin Albert Megens (1939) hulde brengt aan niet één, maar zevenenvijftig wielrenners die op betrekkelijk tot zeer jonge leeftijd zijn gestorven. Het gaat hier om renners uit de Lage Landen, onder wie velen van wie de naam slechts bij ingewijden bekend zal zijn, en die nooit tot volle ontplooiing konden komen. Daarnaast namen met een meer bekende klank als Paul Haghedooren en Marc Demeyer. Het gedicht over deze laatste heeft een wrang slot: niet van ouderdom is hij gestorven, [...] Wel /tot en met berooid, bestolen en gekooid.
Een heel levensverhaal in een enkele regel, waarbij je in zekere zin verlangt om er meer over te weten te komen. Maar het blijft poëzie, het zijn geen biografieën. Alles toegespitst op de afgeknakte levens van ooit beloftevolle, toegejuichte of de hemel ingeprezen sportmannen die overdreven vlug werden vergeleken met Merckx of andere pedaalhelden. Wanneer het dan evolueert naar tegenslagen, gezondheids- of financiële problemen, tot de vroegtijdige dood erop volgt, dan komt dit als een onrechtvaardigheid over bij diegenen die in hen geloofden en de toekomst rooskleurig tegemoet zagen. Triomf en nederlaag zitten dicht in mekaars buurt.
Het is een prestatie om al die levens weer te geven tegen de achtergrond van - vooral - het Vlaamse landschap. De IJzer met de herinnering aan slachtingen, het parcours van spraakmakende wedstrijden. Zoals de 'godenzoon uit Ichtegem', Stive Vermaut wiens hart niet naar hem wilde luisteren: Jij sterft in het hospitaal / van Roeselare. Twee maanden na jouw dood is / jou postuum het vaderschap beschoren. Bij Megens geen lofzang op zwoegers die bergketens en tijd trotseerden, maar een ingetogen en meer dan eens hartverscheurend relaas over menselijke zwakheid en falen. Want het hart begeeft het soms, wil soms niet verder. Dit is een treffende aanvulling op de fotoboeken vol glorieuze succesverhalen, want roem en media-aandacht zijn niet evenredig verdeeld.
Arno Wallaard, beloftevolle neo-prof, bewusteloos geworden op weg naar huis na een koers. Geboren 1979 in Noordeloos, gestorven 2006 in Noordeloos. Het is om er woordeloos van te worden.... Megens is in zijn opzet geslaagd: de lezer leeft mee en kan zich gemakkelijk verplaatsen in die te vroeg afgesloten levens. De linosneden onderstrepen in hun sfeerschepping hoe de wielersport verbonden is met het maatschappelijke weefsel van consumptie, massa en media. De auteur benadrukt ook dat jonge coureurs moeten opletten voor overmoed en bekoringen, maar anderzijds ook dat men moet opletten te vlug doping als oorzaak van het overlijden aan te duiden, want al te dikwijls gaat het 'gewoon' om een hartafwijking of vermoeidheid door overmatige inspanningen.
Voor de lezer die van goede poëzie houdt, zij het dan toegespitst op één thema en met alle beperkingen dienaangaande, loont deze uitgave de moeite, maar een beetje wielerfan zal hier zonder twijfel geboeid én ontroerd in zitten bladeren om af en toe een gedicht in zich op te nemen.
Requiem voor een wielrenner, Albert Megens, teleXpress, Tilburg, 2011, ISBN 978-90-76937-2
(Guy van Hoof)
Een heel levensverhaal in een enkele regel, waarbij je in zekere zin verlangt om er meer over te weten te komen. Maar het blijft poëzie, het zijn geen biografieën. Alles toegespitst op de afgeknakte levens van ooit beloftevolle, toegejuichte of de hemel ingeprezen sportmannen die overdreven vlug werden vergeleken met Merckx of andere pedaalhelden. Wanneer het dan evolueert naar tegenslagen, gezondheids- of financiële problemen, tot de vroegtijdige dood erop volgt, dan komt dit als een onrechtvaardigheid over bij diegenen die in hen geloofden en de toekomst rooskleurig tegemoet zagen. Triomf en nederlaag zitten dicht in mekaars buurt.
Het is een prestatie om al die levens weer te geven tegen de achtergrond van - vooral - het Vlaamse landschap. De IJzer met de herinnering aan slachtingen, het parcours van spraakmakende wedstrijden. Zoals de 'godenzoon uit Ichtegem', Stive Vermaut wiens hart niet naar hem wilde luisteren: Jij sterft in het hospitaal / van Roeselare. Twee maanden na jouw dood is / jou postuum het vaderschap beschoren. Bij Megens geen lofzang op zwoegers die bergketens en tijd trotseerden, maar een ingetogen en meer dan eens hartverscheurend relaas over menselijke zwakheid en falen. Want het hart begeeft het soms, wil soms niet verder. Dit is een treffende aanvulling op de fotoboeken vol glorieuze succesverhalen, want roem en media-aandacht zijn niet evenredig verdeeld.
Arno Wallaard, beloftevolle neo-prof, bewusteloos geworden op weg naar huis na een koers. Geboren 1979 in Noordeloos, gestorven 2006 in Noordeloos. Het is om er woordeloos van te worden.... Megens is in zijn opzet geslaagd: de lezer leeft mee en kan zich gemakkelijk verplaatsen in die te vroeg afgesloten levens. De linosneden onderstrepen in hun sfeerschepping hoe de wielersport verbonden is met het maatschappelijke weefsel van consumptie, massa en media. De auteur benadrukt ook dat jonge coureurs moeten opletten voor overmoed en bekoringen, maar anderzijds ook dat men moet opletten te vlug doping als oorzaak van het overlijden aan te duiden, want al te dikwijls gaat het 'gewoon' om een hartafwijking of vermoeidheid door overmatige inspanningen.
Voor de lezer die van goede poëzie houdt, zij het dan toegespitst op één thema en met alle beperkingen dienaangaande, loont deze uitgave de moeite, maar een beetje wielerfan zal hier zonder twijfel geboeid én ontroerd in zitten bladeren om af en toe een gedicht in zich op te nemen.
Requiem voor een wielrenner, Albert Megens, teleXpress, Tilburg, 2011, ISBN 978-90-76937-2
(Guy van Hoof)