We leerden Joris Iven in de jaren tachtig kennen als de vertaler van de Turkse dichter Nâzim Hikmet (in samenwerking met Perihan Eydemir, in 2003 heruitgegeven als De mooiste van Nâzim Hikmet) en de Marokkaan Tahar Ben Jelloun: De amandelbomen zijn aan hun verwondingen bezweken. Sindsdien kent zijn vertaaldrift letterlijk geen grenzen en kwamen zowel dichters uit Ierland, India (Sujata Bhatt: Naaktzwemmen in de geschiedenis, in samenwerking met Jacqueline Caenberghs, 2006) als de Amerikaanse poet laureate Charles Simic (Hotel Slapeloosheid, 2008) aan bod. Hij hertaalde eveneens de Minneliederen van Hendrik van Veldeke (2010). Dat hij zelf een knap dichter is bewijzen de bundels Galerie De Taxus (1987), Egyptisch zwart (1993), Perkament/Testament (2001), Alles bij elkaar (2005), Ninglinspo (2009) en Sluiter/Sluier (2009). Aan de Zuid-Afrikaanse Zulu dichter Mazisi Kunene wijdde hij de tweetalige uitgave De Voorvaderen en de Heilige Berg/The Ancestors and the Sacred Mountain - Zulu gedichten/Zulu Poems (2009). Kunene behoort, samen met Dennis Brutus tot de belangrijkste dichters van heel het zwarte continent. Beiden zijn opgenomen in deze uitgave, samen met James Matthews, Sydney Sipho Sepamla, Mongane Wally Serote en Oswald Mbuyiseni Mtshali. Uit de inleiding van Joris Iven leren we dat de Zuid-Afrikaanse regering met een aantal censuurwetten, zoals de Publications Act (1963), de moderne zwarte literatuur, die een begin kende in de jaren vijftig, van de kaart veegde. Bijna tien jaar lang verscheen er in Zuid-Afrika geen enkel literair werk van een zwart auteur. Begin jaren zeventig kende de zwarte literatuur in Zuid-Afrika een wedergeboorte met de city poets, de dichters uit de townships. Hun poëzie wordt gekenmerkt door sociale kritiek, gezet in een toon van afstandelijkheid, ironie en cynisme - zoals bijvoorbeeld in het gedicht Zwarten zonder stem van Oswald Mbuyiseni Mtshali: Gevangen zitten is geen schande, / net zo onvermijdelijk/ en onaangenaam / als naar de tandarts gaan. Samen met Mtshali zijn de andere belangrijkste city poets in deze bundel opgenomen: Sydney Sipho Sepamla, Wally Serote, Oswald Mbuyiseni Mtshali en James Matthews: Er wordt verteld / dat dichters schrijven over schoonheid / van vorm, van bloemen en van liefde / maar de woorden die ik schrijf / zijn er van pijn en van woede. Hun werk, eveneens door de censuur verboden, leefde verder via poëzielezingen. Doordat hun gedichten in de eerste plaats moesten kunnen worden beluisterd zijn eenvoud, beknoptheid, ritme en herhalingen typerend. Joris Iven heeft met deze uitgave zes zwarte dichters uit Zuid-Afrika op de poëziekaart gezet. De ontroerende en bezwerende kracht van hun werk laat diepe indruk na. De titel van deze bloemlezing is ontleend een gedicht van Sydney Sipho Sepamla: Ik ben dit land van mij / ik heb nooit een deel gevraagd / dat is nooit nodig geweest / ik ben het land. Iven heeft intussen ook poëzie van de Amerikaanse auteur Raymond Carver vertaald. Die uitgave, Dun als balsahout, mogen we dit jaar nog verwachten.
Ik ben dit land van mij - zwarte dichters uit Zuid-Afrika, vertaling en inleiding Joris Iven, Demer Press, Diepenbeek, 2011
(Roger Nupie)