In februari 2020 verscheen bij Uitgeverij P de duo-bundel Tot ze koud is waarin Steven Van Der Heyden samen met Luc C. Martens de kronkelwegen van de liefde aftastte. Zelfde maand, februari, drie jaar later, werd zijn solo-debuutbundel Filigraan boven de poëtische doopvont gehouden.
Filigraan heeft meerdere betekenissen. In een van de laatste gedichten van de bundel, Ik, Giacometti, lezen we: Schraap materie tot filigraan,/ draadfiguren vangen licht, verteren vorm. Het gaat hier om ‘een meestal geknoopt en eventueel geplet draadwerk’ dat deel uitmaakt, in dit geval, van de beelden van Giacometti, als beeldhouwer vooral bekend van zijn smalle beelden van naakte vrouwen en wandelende figuren.
De bundel opent met een tweeregelige Proloog (We herkennen de lucht uit eerdere valpartijen,/ lezen sporen die ouders in ons achterlaten.), sluit af met een even kort Envoi (Ik tast mijn topografie af, breng de diepte in kaart,/ hoe plaatsen in een lichaam kant noch wal raken.) en is opgebouwd uit vijf cycli: Wat verborgen wil blijven, Liever zijn we schuilplaats, In licht dat nog zichtbaar is, Wat we verloren onderweg en Nergens in het bijzonder.
De dichter is een spoorzoeker naar zijn eigen identiteit. In het gedicht In een mens lezen we: We zijn gekwelde atomen met een ingebouwd einde,/ een losse constructie, haarscheuren in ieder van ons.// Elke ochtend stellen we ons samen. Uit Jij en ik: Een kladversie van mezelf/ zoekt al jaren het origineel. Spoorzoeker eindigt met Ik hou de wacht bij mijn vragen, zoek/ antwoorden in lege boekenrekken, Sabotage met de strofe De dubbelganger in de spiegel/ kruipt in mijn huid, versleten als dunne stof,/ vaag in de vorm van een lichaam, Aan mensen zit een aflopende kant met Gewogen en te licht bevonden/ je herkauwt herinneringen en schiet tekort.// Je krimpt tot niemand je herkent.
De poëzie van Steven Van Der Heyden blijft niet onopgemerkt. In 2017 werd hij geselecteerd voor het kunstenfestival Watou, in 2018 werd hij genomineerd voor de Melopee-prijs en onlangs kwam hij nog als winnaar uit de bus bij de Rob de Vos-prijs, de dichtersprijs ter ere van de geestelijke vader (1955-2018) van Meander, het literair e-magazine voor Nederlandstalige poëzie met het gedicht Woonzorgcentrum. Dat het net dit gedicht is, is geen toeval. Die zoektocht naar zijn eigen identiteit, een centraal thema in de bundel, krijgt een maatschappelijke draagkracht, die getuigt van engagement en een sterke inleving, zoals in een gedicht als Afstandmoeder (over ongehuwde moeders die werden gedwongen hun kind ter adoptie af te staan) en Palliatief: Figuranten op zoek naar de eerste tekens/ van een verdriet dat hongerig wacht.
We nestelen ons in zinnen als wurgslangen,/ verteren de woorden, slapen in hoop/ maar de winter geeft niets prijs.
De gedichten van Steven Van Der Heyden zijn helder en raadselachtig tegelijkertijd: de lezer is meteen betrokken bij zijn werk, dat bij herlezing keer op keer prijsgeeft hoe vernuftig en sterk deze poëzie wel is.
Filigraan, Steven Van Der Heyden, Uitgeverij P, Leuven, 2023, ISBN 978-94-93138-99-5
(Roger Nupie)