Pim te Bokkel groeide op in het Achterhoekse Aalten op landgoed Hackfort, hij verhuisde naar Noord-Holland waar hij met vrouw en kinderen in Schoorl woont.
Het moet een louterende week zijn geweest voor. De week waarin zijn vader uit de tijd gleed maar waarin ook zijn nieuwe bundel Even zweven de levende wezens verscheen. Het leven dat in de titel van de gedichtenbundel binnenrijmend zich lijkt te herhalen. ‘Het is niet alleen maar taalspel maar behelst ook de tijdelijkheid van het leven en het ervaren van geluksmomenten’ zoals de dichter onlangs in een interview opmerkte.
Ik ben de vader die ik had, zoals ik mijn bespreking in De Boekhouding van zijn bundel Dit en alles en heel het heelal beëindigde. De vader die hij nu zelf, met het tikken van de tijd is geworden. Veertig jaar, vier kinderen.
De natuur, het landschap, tijdloosheid, eindeloosheid van de dingen die samen komen in het spiegelpunt van die jaren. Dood en leven. Het zijn de thema’s die in de achtste van Pim resoneren.
De verzameling is opgedeeld in vijf delen, telkens voorafgegaan door een inleidend prozagedicht. Respectievelijk in I een korte inleiding met daarna één gedicht Een lam springt waarin ook de typografie wordt ingezet
kijk ze hoger
hoger
gaan
daar zweeft
het
LAM
boven
de grondmist uit
heel even dan
mag het bestaan
als
de wens van een wolk
om in de lucht op te gaan
Daarna in II vanuit de hoogste kamer van de Achterhoekse havezate jeugdherinneringen, de rebellenclub in het bos dan de vader die kennis laat maken met de teletijdmachine, een commodore.
Op een kleine planeet groeide het idee
dat je in deze wereld
helemaal
je hele zelf kan zijn
astronaut
in het diepst van je gedachten
Vervolgens in III, filosoferend over de verglijdende tijd, de veranderende wereld, met als startende metafoor de toverkauwgumbal. Steeds ouder verwacht Pim de dagen.
Vervolgens in IV met een groter kind op zijn arm gedichten met een Noord-Hollandse inslag. Spaak voor spaak draait de dichter het landschap af, wolken ontstaan en verwaaien.
Altijd verstuift hier de tijd
met het wuifgras
kruist mettertijd het duin het fietspad
Tenslotte in V het inzicht, de belichaming van de voortgang in een serie excellente natuurgedichten. Hierna wat lukrake citaten, met het gevaar van zinnen die uit het verband gerukt worden. Het zij zo. Het is niet anders:
Wat mist is wat de polder is
de mist, het gemis
&
Soms kijkt een mus aan gene zijde van het glas
naar binnen, als een oude kameraad
dan is het weer alsof we niet bestaan
Wat beweegt deze wezens, de kauwen
de spreeuwen, de mezen
in de wereld die ons dorp is?
&
Een leven is meer dan dit even
het zweven
heeft meer om het lijf
dan dit lichaam
dan wij van inhoud ontdaan teruggeven
Prachtige schitterende poëzie, het wachten waard en om te koesteren.
Even zweven de levende wezens, Pim te Bokkel, Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2025, ISBN 9789028453784
(Hans Mellendijk)