Koenraad Goudeseune (1965-2020) was een Vlaamse dichter, romanschrijver en auteur van brieven. Hij genoot ook faam als recensent. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door een mengeling van bijtende ironie en messcherp sarcasme. In zijn brieven, verhalen en recensies zet hij zich af tegen de bekrompen ons-kent-ons-mentaliteit in het literaire landschap.
In 1989 verliet hij de, volgens hem banale en kleinburgerlijke, Westhoek en verhuisde hij naar Gent. Hij werd de man van twaalf stielen en dertien ongelukken. Achtereenvolgens verdiende hij zijn brood als recensent, kelner, chauffeur, nachtwaker, medewerker bij het Gentse Kunstencentrum Vooruit enz. Zijn ervaringen tijdens deze tijdelijke baantjes kwamen altijd op de een of andere manier in zijn werk terecht.
Goudeseune debuteerde met het gedicht Populieren in Dietsche Warande & Belfort. Tussen 1987 en 2020 verschenen negen gedichtenbundels en zeven prozawerken (vier brievenromans, drie verhalenbundels) van zijn hand bij verschillende uitgeverijen.
In het najaar van 2020 werd bij hem vergevorderde kanker vastgesteld. Na een initiële behandeling werd hij in november 2020 uit het ziekenhuis ontslagen. Kort daarna maakt hij op zijn Facebookpagina bekend dat hij nog voor het einde van het jaar voor euthanasie zou kiezen. Hij overleed in Gent op 9 december 2020.
Schrijven kwam bij hem hoe dan ook altijd op de eerste plaats. Nagenoeg al zijn boeken zijn autobiografisch of hebben op zijn minst een hoofdfiguur die verdacht veel op de schrijver lijkt, zowel in het proza als in de gedichten. De ik-figuur is meestal een nukkige dwarsligger, een onhandige verliezer of een onbegrepen buitenstaander, maar tegelijk ook een romanticus pur sang, die zijn grootse idealen gefnuikt ziet. Miskenning en mislukking zijn twee van de grote thema’s in zijn werk.
Publiceren in literaire tijdschriften deed hij alleen in het begin van zijn literaire carrière. De meeste tijdschriften vonden Goudeseune te elitair, of zoals hij in een interview liet optekenen:
Negentig procent, en als het dik tegenzit negenennegentig procent van de gedichten die in literaire tijdschriften verschijnen begrijp ik eerlijk gezegd niet. Er is in mij geen verlangen daar tussen te gaan staan.
Zijn houding ten aanzien van poëzie kan worden gevat in twee citaten: Poëzie, die schrijf ik niet, die krijg ik. En: Ik associeer sonnetten altijd met de Pruikentijd en ook een beetje met kroketten.
Herman de Coninck noemde hij zijn poëtische leermeester. Voor proza waren dat Hugo Claus en Jeroen Brouwers.
Nagelaten gedichten bevat een keuze van vijftig uit honderd nagelaten sonnetten, aangevuld met 21 sonnetten met de titel Laatste woorden, die hij in het licht van de naderende dood schreef. De bundel werd ingeleid door Benno Barnard en Rob Schouten.
Erkenning
Sinds een tijd worden de gordijnen niet meer geopend.
Ik hoef niet meer te weten wat er buiten is. Ik kan er toch
geen deel aan hebben. Ik luister de ganse dag naar de radio
en schrijf verbeten aan mijn laatste verzen. Dit was ik,
dit is van wat mij mijn hele leven bezig hield de finale.
……
Nagelaten gedichten, Koenraad Goudeseune, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2022, ISBN 978 90 254 7199 6
(Frans August Brocatus)