Het verdriet van de fluit


Aanvankelijk schreef Saya Yasmine Amores in het Nederlands of het Hindi; vanaf 1982 ook in het Sarnámi, de taal van de Surinaamse Hindostanen. Ze debuteerde onder het pseudoniem Candani in 1990 met de dichtbundel Ghunghru tut gail / De rinkelband is gebroken. Daarna volgden nog vier dichtbundels en twee romans. Ze is tevens plastisch kunstenaar.

De gedichten in Bansuri ke gam / Het verdriet van de fluit schreef ze toen ze 17 en 18 was in het Sarnámi. Ze tekende zelf voor de Nederlandse vertaling.

Haar poëzie is heel direct, vaak onderkoeld, en weet je als lezer meteen vanaf het eerste gedicht te raken: het is mijn leven/ en anderen onder-/ handelen over de prijs/ van mijn kleur en talent// wie zei: vrij als een vogel?

Heel wat herinneringen, vaak niet al te fraai, zoals in Ritueel van het huis: (…) ik ben Assepoester/ en doe al de taken in huis/ toch verdragen ze mijn bestaan niet/ zonder reden laat moeder/ mij slaan en betasten door haar zonen/ ze kijkt de andere kant op en lacht vals/ en doet alsof ze niet weet wat er gaande is// enorm veel spijt heeft ze om mijn geboorte/ ze houdt haar buik vast/ en vervloekt mijn bestaan hartgrondig (…) 

Wat kan ik anders/ dan snikken/ maar met alle geweld/ moet ik zingen. Het krioelt van de vraagtekens in deze bundel: bij wie kan ik gaan?/ op welke deur/ zal ik aankloppen?, maar er is ook Troost in haar zoektocht naar geluk en haar identiteit: ergens ver weg/ zal er wel iemand zijn/ die op mij wacht (…) waar is er eerbied voor mij in deze samenleving?/ wat is de waarde van een alleenstaande vrouw?/ de prijs van zout is hoger. Misschien wachten haar betere tijden in Nederland - twee gedichten kregen de titel Holland mee: er is een ticket uit Holland gekomen/een blanke heeft mijn/ gedichten ontdekt.

Aan het eind van de poëtische tunnel bieden zich betere tijden aan: een vogel zingt en roept/ de zon rijst/ op het gezicht valt licht// vandaag heb ik/ een nieuw leven gekregen.

Met deze bundel rond ik het schrijven in het Sarnámi af, aldus de dichteres. Vanaf nu schrijft ze in het Nederlands, Hindi (waarom zou ik onder het juk/ van anderen/ een slavenbestaan leiden?/ hoe moet ik vergeten dat ik een Hindoestaan ben?) en het Engels. Ik heb geen zielentaal aangezien ik vele bloedlijnen in mij heb, doch, ik koester de talen die ik ken. In 2009 ontdekt ze dat ze niet Hindoestaans is, maar Aziatisch, indiaans en blank bloed in zich heeft.

Met veel verbeelding en fantasie/ met veel diepgaande emoties/ heb ik mijn dromen gesierd - dixit de dichteres. Dat heeft ze ook met haar poëzie gedaan. Laat de lezer deelgenoot worden van deze sterke en aangrijpende bundel.

Bānsuri ke gam / Het verdriet van de fluit, Saya Yasmine Amores, tweetalige poëzie: Sarnámi-Nederlands, voorwoord: ds. Simon van der Lugt, In De Knipscheer, Haarlem, 2020, ISBN 978-94-93214-02-6

(Roger Nupie)