De
gedichten in Bansuri ke gam / Het verdriet van de fluit schreef ze toen
ze 17 en 18 was in het Sarnámi. Ze tekende zelf voor de Nederlandse vertaling.
Haar
poëzie is heel direct, vaak onderkoeld, en weet je als lezer meteen vanaf het
eerste gedicht te raken: het is mijn leven/ en anderen onder-/ handelen over
de prijs/ van mijn kleur en talent// wie zei: vrij als een vogel?
Heel
wat herinneringen, vaak niet al te fraai, zoals in Ritueel van het huis:
(…) ik ben Assepoester/ en doe al de taken in huis/ toch verdragen ze mijn
bestaan niet/ zonder reden laat moeder/ mij slaan en betasten door haar zonen/
ze kijkt de andere kant op en lacht vals/ en doet alsof ze niet weet wat er
gaande is// enorm veel spijt heeft ze om mijn geboorte/ ze houdt haar buik
vast/ en vervloekt mijn bestaan hartgrondig (…)
Wat
kan ik anders/ dan snikken/ maar met alle geweld/ moet ik zingen. Het krioelt van de vraagtekens in
deze bundel: bij wie kan ik gaan?/ op welke deur/ zal ik aankloppen?,
maar er is ook Troost in haar zoektocht naar geluk en haar identiteit:
ergens ver weg/ zal er wel iemand zijn/ die op mij wacht (…) waar
is er eerbied voor mij in deze samenleving?/ wat is de waarde van een
alleenstaande vrouw?/ de prijs van zout is hoger. Misschien wachten haar
betere tijden in Nederland - twee gedichten kregen de titel Holland mee:
er is een ticket uit Holland gekomen/een blanke heeft mijn/ gedichten
ontdekt.
Aan
het eind van de poëtische tunnel bieden zich betere tijden aan: een vogel
zingt en roept/ de zon rijst/ op het gezicht valt licht// vandaag heb ik/ een
nieuw leven gekregen.
Met
deze bundel rond ik het schrijven in het Sarnámi af, aldus de dichteres. Vanaf nu
schrijft ze in het Nederlands, Hindi (waarom zou ik onder het juk/ van
anderen/ een slavenbestaan leiden?/ hoe moet ik vergeten dat ik een Hindoestaan
ben?) en het Engels. Ik heb geen zielentaal aangezien ik vele
bloedlijnen in mij heb, doch, ik koester de talen die ik ken. In 2009
ontdekt ze dat ze niet Hindoestaans is, maar Aziatisch, indiaans en blank bloed
in zich heeft.
Met
veel verbeelding en fantasie/ met veel diepgaande emoties/ heb ik mijn dromen
gesierd - dixit de
dichteres. Dat heeft ze ook met haar poëzie gedaan. Laat de lezer deelgenoot
worden van deze sterke en aangrijpende bundel.
Bānsuri ke gam / Het verdriet van de fluit, Saya Yasmine Amores, tweetalige poëzie: Sarnámi-Nederlands, voorwoord: ds. Simon van der Lugt, In De Knipscheer, Haarlem, 2020, ISBN 978-94-93214-02-6
(Roger Nupie)