Catharina Boer
debuteerde in 1976 als Karina Alberts om daarna 3 bundels te publiceren onder
de naam Karina Baggermans. De titel van haar tiende bundel duidt op een
bevrijding: Voltooid landschap. Toch
is dat maar schijn, immers een landschap verandert met de seizoenen en is
blijvend in beweging. Alleen een schilder die zijn doek gereed waant, zet zijn
handtekening onder het landschap, voltooid. Een landschapsfotograaf drukt af en
legt één moment vast van het landschap dat voor zijn ogen verandert. Als
Catharina Boer haar bundel de titel Voltooid
landschap meegeeft, zal zij daar zeker een bedoeling mee hebben. De bundel
is het landschap, de gedichten vormen de elementen die het landschap voltooien.
De bundel telt 30
gedichten verdeeld over 4 afdelingen die alle een motto meekregen uit het werk
van een gewaardeerde collega: Ida Gerhardt, Bert Bevers, Helma Michielsen en
Hannie Rouweler. De gedichten ademen een zekere berusting, zoals in het eerste
gedicht, Herfst, dat eindigt met
deze strofe:
Sterven gaat zo
stil:
een vogel die het
land verlaat,
een kind dat zoet
ter ruste gat
en niet meer
zingen wil.
Of
in Oud huisje, dat zo eindigt:
Nest, voor altijd
verlaten, verdwijnend
uit zicht, dat wij
woordeloos groetten.
Verleden en heden
wisselen voortdurend van plaats en intentie in haar gedichten, herinneringen
die in het nu ontstaan, beelden uit het verleden die nu weer worden opgeroepen.
Berusting wil in haar gedichten niet zeggen, dat het ook loslaten is. Het is
juist die binding die haar poëzie een intrigerende ondertoon geeft.
Hoe cyclisch haar
poëzie is, wordt ook duidelijk in het gedicht Moederdag waarin zij het thema van de plaatsvervanging beschrijft:
Na jaren zit ik op
jouw stoel
en waar jij
opdoemt in laat middaglicht,
schaar ook ik
kinderen om me heen en
knipoog deze dag
glimlachend dicht.
In haar derde
bundel, Water en steen, wordt
slechts één gedicht van een titel voorzien, het is wel het openingsgedicht, Moeder
leek jij stip
in de haven
waar ik
was uitgevaren.
Moeder, kinderen,
herinneringen aan het landschap van haar jeugd, afstand doen en hechten zijn
terugkerende thema’s in haar werk. Daarbij ligt de dood op de loer, zoals in de
herinnering aan haar verongelukte dochter in het gedicht herdenkingsplaats in haar debuutbundel Ladders van papier en naar haar tweede bundel die in zijn geheel
gewijd is aan dat verlies, Een lied als
jij.
wankelend over
wegen
waar jouw klein
spoor
dood liep op de
klippen,
zie ik haar
als een duc-dalf
in zee
Terug naar de
tiende bundel; in de laatste afdeling neemt zij gedichten op voor haar
kinderen, het gedicht Loslaten is er
daar een van. Daarin verwijst zij naar het lot dat haar dochter destijds is
overkomen.
Zo sluit ook die
cirkel in haar landschap, haar poëzie. Voltooid
landschap is meer dan een schilderij in
30 gedichten. Het dient zich aan als voltooiing van haar poëzie, zoals
zij het zelf verwoordt in het titelgedicht:
Even nestel ik me
graag
als in moederlijke
armen
me voedend met
oude aarde
waaruit alles
steeds ontwaakt.
Traag boort nog
een vliegtuig
de toekomst in,
laat streep
verleden de
woelige wolken.
Voltooid landschap, Catharina Boer,
Demer Uitgeverij, Leusden, 2019, ISBN 978 0 244 77442 4
(Wim van Til)