De vegetariër, het eerste boek
van de Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang dat in het Engels werd vertaald,
kaapte meteen de Man Booker International Prize weg in 2016. De onderscheiding
had een symbolische bijklank: voor het eerst brak een Zuid-Koreaans auteur
internationaal door. Na De vegetariër
(inmiddels een bestseller én verfilmd) en Mensenwerk
(Human Acts, in 2017 in Italië
onderscheiden met de Malaparte Prize) is nu ook The White Book in het Nederlands verschenen, eenvoudig getiteld Wit.
In
De vegetariër stopt Yeong-hye met
vlees eten om uiteindelijk helemaal niet meer te eten. Mensenwerk heeft als uitgangspunt de massamoord in 1980 op
protestvoerders tegen het dictatoriale bewind van president Chun Doo-hwan. Wat
geweld kan aanrichten is een verbindingselement tussen beide romans;
aanvankelijk wordt Yeong-hye met geweld gedwongen te blijven eten. Wit is
heel wat intimistischer. Han Kang omschrijft het boek als een novelle die je kunt lezen als een
prozagedicht. Het boek bestaat uit korte teksten en, doordat elke tekst op
de rechterpagina begint, heel wat blanco bladzijden.
De
auteur wordt achtervolgd door het verhaal van haar oudere zus, die twee uur na
haar geboorte overleed. Ze probeert tijdens haar verblijf in Warschau met dat
verleden in het reine te komen en haar zus een stem te geven. Daarbij focust ze
zich op alles wat wit is (Nu geef ik je witte dingen), zoals
bakerwindsels (de boreling is gewikkeld in
sneeuwwitte doeken), moedermelk, de verdwijnende broosheid, de
drukkende schoonheid van sneeuw (sneeuwvlokken, eeuwige sneeuw, natte
sneeuw, sneeuwstorm), zout, de maan, witte vogels, suikerklontjes, zand (En vaak vergat ze / dat haar lichaam (ieders
lichaam) een huis van zand is. / Dat het is vergruisd en steeds verder
vergruist. / En stug tussen vingers door glijdt.), witte vlinders, rijst,
een lijkwade, tot alles overal wit
wordt. Binnen in de stilte van het raam
waar de winterzon doorheen schijnt. Binnen in de glanzende, dansende stofjes in
de schuine lichtbanen die tegen het plafond schijnen. Binnen in dat wit, al die
witte dingen, zal ik de laatste ademtocht die jij uitblies inademen.
Ondanks
haar bedenkingen - Zou ik mezelf,
gesluierd in wit verband, tussen die zinnen kunnen verstoppen? – bijt ze zich vast in de gedachte Sommige herinneringen zijn ongevoelig voor
de tand des tijds. En voor sporen van verdriet. Het is niet waar dat alles
wordt gekleurd door tijd en verdriet. Het is niet waar dat alles daardoor
kapotgaat.
Als stilte
samengebald kon worden in een heel klein, stevig voorwerp, dan zou het zo
aanvoelen,
schrijft Han Kang naar aanleiding van een wit steentje. Die (witte) stilte
heeft de auteur in herinneringen en observaties uitgewerkt tot een poëtische
meditatie, sierlijk, opmerkelijk, aangrijpend en van een zeldzame schoonheid. Niets is eeuwig maar op koude ochtenden
bewijst het eerste witte ademwolkje dat ons ontsnapt dat we leven. En dat we een boek als Wit hebben om te koesteren.
Wit, Han Kang, naar
het Engels vertaald door Deborah Smith, naar het Nederlands door Marijke
Versluys, Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, 2017, ISBN 978 90 388 0372 2.
(Roger Nupie)