Job Degenaar is al decennia lang met de literatuur begaan en zijn
inbreng is nooit aflatend en bijna continu. Hij vertrekt vanuit de visie dat
mogelijke poëzie start vanuit wat gepriegel op een vodje papier. Job steekt het
onder geen stoelen of banken, poëzie is niet zo belangrijk als velen willen
doen uitmaken. Bij zijn opbouw volgt Degenaar geen strakke afspraken. Hij gaat
nogal zeer vrij om met vormgeving en inhoud. Dichters zijn trouwens enkel wat
geluid op de achtergrond en dus eigenlijk nutteloos. Dit bewijst zowat de
alomtegenwoordige knipoog die Degenaar zijn lezers toegooit. In een gebalde
taal serveert hij flitsende beelden, gelardeerd met ratelende adjectieven. Zo
komen veel van zijn gedichten filmisch over. Het is waardevol als een auteur
zijn eigen schrijfsels relativeert. Het is verfrissend. Deze talentvolle
dichter bewijst dat elke muze hem van dienst kan zijn. Als we een gedeeltelijke
opsomming maken dan krijgen we onder meer schilderijen, collages,
fotomateriaal, beeldhouwwerken, reisimpressies, muziekfragmenten, al of niet
overleden artiesten en het dagelijkse leven zelf. Het moto van Hertenblues luidt als volgt: Doch schon [sic] der Kiesel nimmt die Wärme an der Hand van Reiner Kunze. Naast natuurgedichten is deze realistische
dichter ook niet gespeend van zwarte humor en guitige tragiek zoals in het
gedicht Treurzang om een woekerweefsel:
Alles is het om het even
m’n liefje heeft nog kort te
leven
ze ligt zo stil naast me te
slapen
elk rumoer in haar verdween
alle dromen zijn verstomd
enkel wachten op wat komt
m’n liefje heeft nog kort te
leven
Onzichtbaar groeide het zich
vast
zaaide verderf en sloeg toe
ik wou dat ik in de tijd kon
teruggaan
en deze vileine parasiet
verjagen
ze is zo moe, zo zwak van
niets
haar stem zo dun als flageolet
m’n liefje heeft nog kort te
leven
Ze ligt zo dierbaar in m’n
armen
en al veel stiller dan
voorheen
moed verloren, al verloren
twee bange wezentjes bijeen
gisteren nog een prachtig lijf
en nu van dimmele dommele
deine
m’n liefje is aan het
verdwijnen
De dichter brengt een aaneenschakeling van afstandelijke
observaties. Ook het keren van de seizoenen zet hem aan tot schrijven. Vele van
zijn gedichten zijn bedekt met een flinterdun bovenlaagje humor of
relativering. Het versterkt de smaak. Deze bundel, die overigens heel kloek van
vormgeving is, presenteert heel mooie kleurfoto’s van de kunstwerken waarmee
Degenaar tot communicatie komt. De taal van Degenaar is fris, ongegeneerd,
sterk en dynamisch. Het ritme is modern. Hertenblues
telt 6 cycli. De kracht van deze bundel is de keuze aan ongewone situaties die
Degenaar durft aan te pakken. Duidelijk is dat aan deze gedichten gewerkt is.
Er is zeker veel geschrapt. De auteur heeft gebeiteld tot het resultaat niet
beter kon. Voor lezers die op zoek gaan naar verdoken boodschappen is er in dit
werk ook een aanbod. Soms zijn er raaklijnen met nonsens poëzie, maar dat is
juist verfrissend en bij Degenaar nooit flauw en storend.
Hertenblues, Job
Degenaar, Uitgeverij Liverse, 2017, ISBN 678 94 92519 09 2
(Frank Decerf)