Het debuut
van Lotte Dodion (1987) heet Kanonnenvlees.
Een veelzeggende metafoor: de mens als aanmaakhoutje, als verbruiksartikel. Je
doet er wat mee en de restjes flikker je weg. Het besef uiteindelijk een
lijdend voorwerp te zijn, laat zich overal in deze bundel min of meer subtiel
voelen. Wat dat betreft sluit Dodion aan bij de tijdsgeest. De moderne intermenselijke relaties zijn zeker geen warm
bad dat altijd klaar staat. Het ikke ego heerst en loopt onvoorwaardelijke
genegenheid/liefde en empathie onder de voet.
Een
paradoxale leesbedwelming treedt bij Dodion op: de soepel gecomponeerde reeks
gedichten bezorgt je een knagend en hier en daar koud gevoel.
Dodion
draagt regelmatig voor (performen heet dat tegenwoordig). Zij doet dat bekwaam
en als een poëtisch zuchtmeisje. Als je vervolgens haar teksten zwart op wit
ziet, dan is het toch net een slag anders: menselijke betrekkingen worden
ontleed en naar waarde geschat.
In de
samenstellende delen vallen kilte en berustende onmacht op. Een fraaie vorm,
een niet weerbarstige eerste aanblik, en dan - onder de oppervlakte - de kern,
die ongemakkelijk is.
De lange
slotcyclus is tekenend. Hij begint met een wel erg fors uitgevallen kruis. Er
ontstaat een poëtische bidprent voor de nagedachtenis van de liefde. Het
onstoffelijk overschot van de hartstocht is bij de dichteres een reeks bijna
ingefluisterde ongemakkelijkheden en vragen.
Love is a Battlefield en deelnemers
lopen de kans tot kanonnenvlees te worden.
XIV
ik verwacht geen mirakels
de blijde boodschap
dat je nog steeds in mij gelooft
ik hoef ze niet
al wat ik vraag
mis mij
vergeet mij niet
Toch is
deze bundel nergens benauwend of deprimerend. Dodion geeft haar verzen lucht en
souplesse. De opdracht aan haar moeder en het ontbreken van sentimentaliteit
blazen wat warmte aan.
we zitten aan tafel
onderhandelen de voorwaarden
van hoe elkaar nog te verdragen
we brengen het verleden in kaart
de afmetingen van hoe samen wij waren
nu kiezen we kant
verdelen ons land
tot de laatste kamer
dit is de nieuwe wereld
grenzen op papier
afstand bewaken
tot we onbekend terrein zijn
met mijn laatste blik teken ik
we zijn nu vijanden op rust
De omslag
van de bundel laat een kogelgat zien, een kunstwerk van Anne Wilson. Het gat is
‘aangebracht’ (geknipt en geborduurd) in een oud wit damasten tafelkleed. Het
beeld sluit aan bij de gedichten: een explosieve inslag of aanslag, maar dan
wel netjes geborduurd en afgewerkt.
Dit is
een beheerste vorm van drama of een dramatische vorm van beheersing. Een
geslaagd debuut.
AFTOCHT
ga nu
ga heen
wij water dat door vingers glipt
handen die geen kelk meer
je mond tot de bodem legen
stilte breken als brood
ga nu
in vrede een kruis over
dit zondig huis
het biechten in je schoot
ik zal het nooit meer doen
mij tot je bed bekeren
ik ben een schaap soms
ik offer mijn vlees
maar gezegend mijn bloed
ik kan blijven geloven
ik moet
Kanonnenvlees, Lotte Dodion, Uitgeverij Atlas Contact,
Amsterdam/Antwerpen, 2016, ISBN 978-90-254-4703-8
(Erick Kila)