Van de nu 82-jarige Francis De
Preter verscheen de dichtbundel De
wandelende tijd, zijn dertiende. Die omspant niet minder dan vijftig jaar
dichterschap, en is een soort van orgelpunt of poëtisch testament van de zo
geliefde thematiek van Francis De Preter: natuur, muziek en het organisch
proces van alles: van kiem, groei, bloei tot verval en ondergang.
De wandelende tijd
telt drie cycli: Waar is de tijd?, De wandelende (tijd) en De gehorige (tijd).
De eerste cyclus Waar is de tijd? doet vermoeden dat er
bespiegelingen in gemaakt worden over het verleden. En Francis heeft de
leeftijd bereikt waarop zulks gebruikelijk is. De gedichten tonen aan dat de
dichter de dwangbuis van grammatica en woordbetekenis overwonnen heeft. Het
hele menselijk bedrijf met daaraan gekoppelde angsten, twijfels en elegische
overwegingen worden door De Preter in romantische natuurelementen gevat en
uitgedrukt.
Kaleidoscoop
Door een verrekijker
een mozaïek van
steentjes zien,onderstroom van verzonken dagen,
geluk en wanhoop worstelend
met de verten van het hemelkijken:
wie verzamelde deze flarden levenslicht
van verglaasd karaat ?
[…]
Niet alleen de schoonheid van de
gebezigde beelden treft maar ook de bewuste beleving van de natuurelementen die
ons omgeven en waar de meesten van ons achteloos aan voorbijgaan. Niet Francis
De Preter.
In de tweede cyclus De wandelende (tijd) treffen we
prachtige bespiegelingen aan uit de pen van een zinnelijk-vitalistische en
bedachtzame dichter.
Spleen
Ver zijn van het nu
om de achterzijde van
het hierte zien
met handen vol heide
oren vol vogels
en in de houding van het hout
de gespaarde wouden
Zeg mij: wie schrijft zoiets als Francis De Preter? Een
gedicht als Herfst zou je kunnen
interpreteren als een naturalistisch credo van Francis De Preter:
[…]
Wat waait er door de
hemel ?Zwermen van geschiedenis,
krankzinnigheid van kraaien
en verwaaide maatschappijen;
tijd, ijzer, steen en aarde
draaien wervelend rond.
Een laatste vrucht stort zuchtend
in de koker van het donker.
De derde en laatste cyclus De gehorige (tijd) gaat thematisch terug op één van de geliefkoosde onderwerpen van
Francis: de muziek. ‘Gehorig’ betekent in de Dikke Van Dale: mensen die een
fijn en muzikaal gehoor hebben.
De muziek en de beeldentaal die
hij in zijn aparte logica oproept zijn een middel om de realiteit te begrijpen
zoals we dat met ons verstand niet kunnen.
Het slotgedicht van deze cyclus
heet Het mysterie van de tijd.
Francis De Preter schreef het naar analogie met de gelijknamige orchestrale
compositie van de Tsjechische toondichter Miroslav Kabelác:
[…]
Brommende fagotten,
contrabassenzetten de melkweg in beweging.
Alles wentelt: assen en slingers,
kometen, noorderlicht
en tikkende horloges.
Galileï registreert de snarenklank
der sferen; met vaste hand
leidt Einstein massa’s energieën
in een baan rond Miroslavs planeet.
De wandelende tijd is een bundel die een bekroning mag genoemd
worden van een poëtisch oeuvre dat een unieke plaats inneemt in onze letteren.
De wandelende tijd, Francis De Preter, Demer Uitgeverij, Diepenbeek, 2014, ISBN 978-1-291-15061-2
(Marc Bruynseraede)