Correspondentie tussen schrijvers
is niet zo ongewoon en de publicatie ervan vaak interessant om hun werk beter
contextueel te kunnen duiden. Een dialoog evenwel in dichtvorm tussen twee dichters
is eerder zeldzaam. Rudy Witse (pseudoniem voor Willem Houbrechts) en Tony
Rombouts hebben zich hieraan gewaagd.
Tussen september 2010 en maart
2012 hebben beide dichters met elkaar in dialoog getreden. Het resultaat
daarvan werd onder de titel Duo
gedichten recentelijk gepubliceerd door Berghmans. Het is een merkwaardig
poëtisch werkstuk geworden dat bestaat uit tweemaal 15 gedichten door twee
dichters met een lange staat van dienst. Het start met een bijna argeloze
uitnodiging van Rudy Witse aan zijn oude vriend Tony Rombouts: de tijd was wijd nog, vriend, / toen wij,
voor het eerst,/schalmden in de weiden / van de poëzie. en hij is nauwer nu. /
nu gij. En dan direct een gevatte repliek van Tony Rombouts: eerst heel voorzichtig / langs de voorden /
en dan, heel bewust en roekeloos / gans tot diep in het diep! / en dan…
Deze opening zet meteen de toon
voor een boeiende en pretentieloze tocht, die de lezer langzaam maar zeker
voert naar de essentie van de poëzie, zoals zij door deze twee dichters wordt
ervaren, beleefd en onder woorden gebracht. Zij onthullen als het ware hun
geheime poëtische recepten: Witse: dan
waren er woorden. en regels / zonder regels. die schreven haast zichzelf en
dan Rombouts weer: vol betekenis de
woorden kraken. / en ze hersmeden tot art nouveau.
De dialoog start in een luchtige
stijl: verzen die meedrijven op taal en klank. Elk gedicht eindigt met een
soort cliffhanger, waar het volgende
gedicht zich als het ware moeiteloos aan optrekt. Maar gaandeweg loodsen de
dichters ons binnen in een complex poëtisch universum, waar taal en teken de
betekenis in evenwicht trachten te houden. Naarmate deze conversatie vordert
worden de beelden beklijvender, wordt het ritme opgedreven. Witse: De muze is blind / en wreed… ze is van marmer. onpenetreerbaar. / in onze
overmoed…/ dachten wij van wel. De dichters zoeken daarbij de essentie van
het woord, ontmantelen het in zijn lettergrepen en voegen zo nieuwe betekenis
toe. Rombouts: niet weten. / wel weten. / ver klaren./ ver duisteren. / ver
woorden. / ver donkere manen / bij nacht ontluikt het. / de dageraad omfloerst
het. Hier en daar vinden we subtiele verwijzingen naar collega-dichters. Zo
bijvoorbeeld naar Paul Snoek: dat liegen
virtueel is, is een leugen. / zo ook poëzie; en naar Elschot: want: hij begreep niets, / en sloeg en sloeg
en totterdood.(Witse).
Alhoewel de bundel niet ontkomt
aan een zekere nostalgische terugblik op de rebelse jaren van hun beginnend
dichterschap, is er vooral die aanstekelijke combinatie van dichters, die rust
hebben gevonden in hun poëtica, met dat onuitblusbaar geloof in de poëtische
zeggingskracht. Rombouts: Hoe dieper de
diepte hoe scherper het woord. Deze bundel leest vlot, converseert met de
lezer, knipoogt maar graaft diep.
Duo gedichten, Rudy Witse – Tony
Rombouts, Berghmans Uitgevers, Antwerpen, 2012, ISBN/EAN 978-90-70959-94-4
(Richard Foqué)